Reactie van Truida de Raaf op het boek ‘De kunst van het zorgen, Over verbinding in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking’, van Karen Wuertz en Hans Reinders
Ik ben onder de indruk van dit boek. Het gaat naar mijn gevoel over het belangrijkste van de dagelijkse zorgpraktijk. De kwaliteit van de relatie tussen zorgvrager en zorgverlener, daar gaat het uiteindelijk om! Ik ben geraakt door de voorbeelden die Karen prachtig beschrijft, voorbeelden waarin een verbinding tussen zorgvrager en zorgverlener zichtbaar wordt. Een verbinding zowel op relationeel als op geestelijk niveau.
Ik ben ook geraakt door het zorgvuldige en sensitieve taalgebruik in dit boek. De aandacht, openheid en gevoeligheid van de zorgverleners die in de voorbeelden van ‘good practice’ tot uitdrukking komt, worden beschreven op een manier die daarmee in overeenstemming is.
De potentie van Goede zorg wordt in dit boek beschreven. Ik denk meer dan de potentie. Het is een voorbeeld van ‘good practice’ en het houdt mij een spiegel voor hoe goede zorg er in de praktijk uit kan zien. Het onderzoek richt zich op de relatie tussen zorgverlener en zorgvrager. De kwaliteit van deze relatie wordt beschreven. De waarden en deugden die in deze relatie tot uitdrukking komen kun je samenvatten onder het begrip bejegening.
Concrete communicatie
Het is een beschrijving van een cultureel antropologisch onderzoek van Karen Wuertz in een huis in zorginstelling Orion. Twee jaren heeft zij participerend observerend gemiddeld anderhalve dag per week deelgenomen aan het leven van een aantal bewoners van het Huis. De focus ligt hierbij op de relatie tussen zorgvrager en zorgverlener. Een aantal aspecten van deze verbinding worden beschreven. Steeds gaat zij op zoek naar de dynamiek en de gestiek die in de concrete communicatie en beweging tussen mensen tot uitdrukking komt. Dan volgt in relatie met literatuur een zoektocht naar het werkzame principe en het wezenlijke van de verbinding. Zo zetten de schrijvers de stap van de relationele verbinding naar de geestelijke verbinding die werkzaam is tussen zorgverlener en zorgvrager. De goetheanistische fenomenologische methode wordt op deze manier levendig en navolgbaar toegepast.
De zorg is gericht op het mogelijk maken van individuele ontwikkeling, van groei, van mogelijkheden om zich uit te spreken en zich te bewegen. De verbinding met het eigen lichaam is daarbij een voorwaarde voor de verbinding met de omgeving. In het onderzoek wordt aan deze verbinding met het eigen lichaam twee hoofdstukken gewijd.
Actuele betekenis
Omgang met literatuur: Antroposofisch geïnspireerde literatuur en andere literatuur worden aangehaald. De waarnemingen komen daarmee in een kader te staan die helpt om vanuit die concrete situatie te kijken naar andere situaties en ook naar de eigen werkpraktijk. Opvallend actueel is de gebruikte literatuur. Een relatie wordt gelegd met de theorie van de presentie (Andries Baart), met de methode van mentaliseren, het zorgvuldig verwoorden van datgene wat in de ander omgaat. Ook het kader van de ethische uitgangspunten, beschreven in het boek ‘Goede zorg’ door Pim Blomaard met de begrippen ‘ dienstbaarheid, gelijkwaardigheid en tegenwoordigheid van geest’ helpen om de concreet beschreven interacties een plaats te geven.
Ik ben de laatste jaren veel bezig met het thema hechting. Het begrip verbinding speelt daarin een grote rol. Zowel de verbinding met het eigen lichaam als met de andere mensen en de wereld is het thema bij hechting en hechtingsproblematiek De hulpverlening bij hechtingsproblematiek is erop gericht om een betere verbinding te krijgen met het eigen lichaam en door het lichaam heen met de wereld. De spiegelende, verbindende, integrerende werking van de taal is belangrijke in de omgang met mensen met een hechtingsprobleem.
Zo heeft voor mij dit boek een zeer actuele betekenis en sluit het aan bij moderne literatuur op het gebied van methoden van presentie, van methoden om te werken aan hechtingsproblematiek. Het maakt zichtbaar dat de antroposofisch geïnspireerde zorgmethodiek veel potentie in zich heeft om goede zorg in overeenstemming met de eigen mensvisie te bieden.
Goede zorg
Goede antroposofische zorg is zowel gericht op de bevordering van de verbinding met het eigen lichaam. Zowel in de dagelijkse zorg als in de therapieën komt dit tot uitdrukking. Daarnaast het spirituele gezichtspunt van het aanspreken van het eigen ‘ik’ van de ander, het zoeken naar het wezen van de ander en voorwaarden scheppen dat deze zich kan uitdrukken, zichtbaar kan worden in spraak en beweging.
Ik adviseer dit boek in teams te bespreken en daarbij te kijken naar de eigen praktijk. Het kan een aanleiding zijn om de scholing van de innerlijke houding en scholing van het empathisch vermogen weer eens extra aandacht te geven. Het sensitieve spreken en handelen zijn een voorwaarde om tot een verbinding te komen, een verbinding die de ontwikkeling van de ander en jezelf als medewerker bevordert.
Truida de Raaf, orthopedagoog/gz-psycholoog
Geen opmerkingen:
Een reactie posten