Antroposana c.s. is op 15 december 2009 door het Gerechtshof in Den Haag in het ongelijk gesteld.
Met een bodemprocedure hadden patiëntenvereniging Antroposana, antroposofische artsen en producenten van antroposofische geneesmiddelen een rechtszaak tegen de staat aangespannen om een registratiemogelijkheid te vragen voor een specifieke categorie antroposofische geneesmiddelen.
Het Hof oordeelde dat de minister mag weigeren een passende registratieprocedure te ontwerpen voor een bepaalde categorie antroposofische geneesmiddelen, die niet onder de homeopathische registratieprocedure vallen.
Alle vorderingen van Antroposana c.s. om een tijdelijke mogelijkheid te creëren totdat er een Europese richtlijn komt, zijn afgewezen. Beschikbaarheid van Antroposofica voor patiënten blijft hierdoor zoals die sedert 5 december 2008 is.
Het is een gemiste kans dat de minister hiermee zijn eigen streven naar zelfsturend vermogen van de patiënt, kostenreductie en preventie in de gezondheidszorg doorkruist. Allemaal waarden waarvan de antroposofische geneeskunde heeft laten zien dat zij die vertegenwoordigt en in praktijk brengt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten