Het jubileum van het 25-jarig bestaan betrof het moment dat de gezamenlijk opleidingen in de heilpedagogie en sociaaltherapie hun officiële erkenning kregen: eerst als Z-opleiding, later als 2e kans-opleiding en tegenwoordig als SPW-opleiding, daarmee de omschakeling makend van het ministerie van Volksgezondheid naar het ministerie van Onderwijs. Bij de fusie van het Heilpedagogisch Verbond met de Federatie Antroposofische Gezondheidszorg, waardoor in 2007 de NVAZ ontstond, verzelfstandigden deze opleidingen zich, en dat werd het Edith Maryon College (EMC).
Het EMC richt beroepsonderwijs in ‘waarbij vakmatige en persoonlijke ontwikkeling hand in hand gaan. Ze hanteert daartoe een opleidingsstijl waarin authenticiteit, reflectievermogen en het eigen ondernemersschap centraal staan.’
Nieuwe opleidingsvisie
Belangrijk onderdeel van het symposiumprogramma was de presentatie van de nieuw geformuleerde opleidingsvisie, het boekje ‘Opleiden binnen EMC – kijkrichting en inrichting’. Dit werd geschreven door Erna Trouw, beleidsmedewerker van het EMC. Alma Kerling, directeur Onderwijs domein Mens en Maatschappij ROC Mondriaan, nam dit visiedocument in ontvangst.
Daarvoor had opleidingsdirecteur Bernard Heldt verteld uit de geschiedenis van de gezamenlijke opleidingen en over wat het Edith Maryon College tegenwoordig te bieden heeft. Zowel beginnende studenten als ook ervaren professionals kunnen er terecht voor een breed scala aan opleidingen, training, coaching en loopbaanondersteuning. Zowel op MBO-, HBO- als postacademisch niveau.
Men richt zich op de professionele beroepsuitoefening en werkt in partnerschap samen met collega-opleidingen en trainers in het veld van de antroposofische gezondheids- en welzijnszorg. Voor de beroepsopleidingen werkt het Edith Maryon College samen met ROC Mondriaan in Den Haag.
Ook het verleden kwam aan bod. Bernard Heldt zelf trad aan in 1986, kort na de officiële erkenning tot Z-opleiding. In de zaal zat Jan Vervoort die een rol heeft gespeeld in het erkenningsproces van destijds; hij werd door de spreker kort naar voren gehaald en in de bloemetjes gezet.
Erna Trouw deed daarna uit de doeken wat de kern is van het visiedocument dat zij heeft geschreven. Zij ging in op de ontstaansgeschiedenis en verder vooral op de vier elementen ontwikkelen, verbinden, verantwoorden en ondernemen, die ook in de titel van het symposium waren opgenomen. Dat zijn de kernwaarden waardoor de geboden opleidingen worden gekenmerkt. Het boekje ‘Kijkrichting en inrichting’ kan trouwens gedownload worden van de website van het Edith Maryon College (http://www.maryoncollege.nl/).
Opleidingscoördinator Alexandra Buijsman wist vervolgens de voltallige Rafaëlzaal van Zonnehuis Stenia, met zo’n tachtig mensen, in beweging te brengen. Een zevenvoudige oefening had zij in gedachten, maar de kring van aanwezigen was daarvoor te groot en moest in tweeën opgedeeld worden. Ook de oefeningen zelf bleken in zo’n grote groep niet eenvoudig uit te voeren, zodat men na een uur driftig proberen pas tot het vierde stadium was gekomen. Die leverden wel een schat aan ervaringen op, waarover het daarna goed uitwisselen en evalueren in kleine groepjes was. De ervaringen bleken zo verschillend als er aanwezigen waren.
Verbinding en ontwikkeling
Het laatste deel van het jubileumsymposium was voor Hans Reinders van de Bernard Lievegoed leerstoel. Hij hield de afsluitende lezing. Hij putte daarbij uit de ervaringen opgedaan bij het onderzoek dat geleid heeft tot het boek ‘De kunst van het zorgen’ van Karin Wuertz en hemzelf. Als hoogleraar ethiek in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking hechtte hij bijzonder veel waarde aan de twee begrippen ‘verbinding’ en ‘ontwikkeling’. Hij constateerde dat in de zorg de rol van begeleiders onontbeerlijk is om te bemiddelen tussen deze twee elementaire menselijke vermogens en opgaves.
Hij noemde dit onderzoek vrij uniek, omdat in de ethiek altijd wel veel belangstelling is voor de rol van de relatie, maar dat die zelden een concrete inhoud krijgt. Ethiek wordt daarmee niet alleen iets theoretisch wat je wel of niet kunt doen, nee, het laat zien wat er in de praktijk werkelijk gebeurt en wat daarin al als werkzaam is ondervonden. En dat dankzij de expertise van een andere discipline dan de ethiek, de culturele antropologie, waarmee zij zelf dus verbinding legt.
Zo bleek volgens Reinders ook het onderwijsconcept in het visiedocument te werken. Hij hield een pleidooi om het kwaliteitsbeleid in de uitwerking van het onderwijsconcept verder handen en voeten te geven. Ontwikkeling en verbinding vervullen een cruciale rol, door de verbinding met zichzelf, de ander en de omgeving in dienst te stellen van de ontwikkeling van de zorgvrager en de zorgverlener.
Betekenis van antroposofie
Hans Reinders zei tevens behartenswaardige dingen over de relatie tussen de opleidingen en de betekenis die antroposofie voor de betrokken medewerkers heeft. Hij baseerde zich op het onderzoekswerk dat Annemieke Bijman in het kader van de Lievegoed leerstoel heeft verricht. Zegt het profiel van antroposofische medewerkers iets over de richting waarin de opleidingen zich moeten ontwikkelen om die kansen te benutten? Van oudere, ervaren medewerkers kreeg hij vaak te horen krijgen dat nieuwe medewerkers nauwelijks belangstelling voor antroposofie hebben. Dit werd echter door Hans Reinders ontzenuwd. Het is veel meer een kwestie van tijd en persoonlijke ontwikkeling, dan dat jonge medewerkers geen inspiratie vinden in de antroposofie. Integratie van werk en opleiding, dat is wat jonge mensen zoeken. En om werkelijk tot die situatie te komen, zal er aan beide zijden nog het nodige geïnvesteerd moeten worden.
Michel Gastkemper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten