Op zaterdagmiddag 6 februari vond in Antropia te Driebergen de presentatie plaats van het boek Dementie, Achtergronden en praktijkervaringen. Dit boek is door sociaal geriater Jan-Pieter van der Steen en drie co-auteurs geschreven. Van der Steen gaf ter plekke een lezing over dementie, de antroposofische achtergronden (nieuwe visie op het ouder worden) en de mogelijke therapeutische benaderingen.
Vervolgens werd ook het boek Uitwendige therapieën gepresenteerd, geschreven door Ina Emous-van der Kooij, Sonja van Hees, Katie Willink-Maendel en Mirjam Zonneveld.
Over het eerste boek, ‘Dementie’, meldt de flaptekst:
‘Dit boek behandelt de belangrijkste vormen van dementie: de ziekte van Alzheimer, Vasculaire dementie, Frontotemporale dementie (ziekte van Pick) en de Lewy Body dementie. Het gaat in op de diagnostiek, begeleiding en omgang van mensen met dementie en beschrijft de oorzaken die tot dementie leiden. Bij dementie is verlies van het geheugen een kernsymptoom. Met het verlies van het geheugen verdwijnen de herinneringen, de biografie en daarmee de basis van het ik. Voor sommigen wordt dit verlies van het “zelf” als een ondraaglijk geestelijk lijden gezien. De vraag om euthanasie klinkt dan ook steeds vaker. Om dementie beter te kunnen begrijpen wordt in het boek de lichamelijke ontwikkeling van het geheugen beschreven. Het wordt duidelijk dat het geheugen eerder een lichaamsgebonden en kosmisch geheugen is dan een hersengeheugen. Door ons niet alleen te fixeren op het ouder wordende fysieke lichaam maar ook te kijken naar de ontwikkeling van de vrijkomende levenskrachten in de ouderdom kan er op een andere manier naar dementie gekeken worden en ontstaat er een nieuw perspectief voor degenen die lijden aan dementie.’
De inleiding van dit boek begint Jan Pieter van der Steen met het voorbeeld van mevrouw De Jong:
‘In het begin van mijn loopbaan als sociaal geriater ontmoet ik mevrouw De Jong. Zij is een 72-jarige alleenstaande vrouw die vanwege angstklachten en verwardheid bij de GGZ aangemeld wordt. Ze woont in een aanleunwoning. Door de verzorgsters van het belendende verzorgingshuis wordt gerapporteerd dat zij vaak belt en claimend is. Als ik mevrouw bezoek zie ik een zeer net verzorgde mevrouw, zittend in een woonkamer waar alles precies op zijn plaats ligt en waar van de vloer kan worden gegeten. Mevrouw vertelt dat ze angstig is, geheugenproblemen heeft en soms niet meer weet waar ze is. Het lopen gaat moeizaam en ze wordt steeds afhankelijker van anderen. Huilend vertelt ze dat ze geen lichamelijk en geestelijke wrak wil worden en of ik tegemoet wil komen aan haar wens tot euthanasie.
Bij haar wordt de diagnose vasculaire dementie met een aanpassingsstoornis en depressie gesteld. Op de ingestelde medicatie reageert ze matig. Het claimende gedrag neemt wel iets af, maar de stijfheid in de benen neemt toe. Het ziekte-inzicht en ziektebesef zijn wisselend aanwezig en juist op die momenten dat het inzicht in haar situatie helder is, is ze volhardend in haar wens tot euthanasie. Tijdens deze heldere momenten is mevrouw absoluut wils- en oordee1sbekwaam.
Het verdriet van mevrouw De Jong is goed invoelbaar. Ze voelt dat ze de controle en regie over haar geordende leven verliest en dat zorgt voor angst.
ln de gesprekken met de familie, de huisarts en mevrouw De Jong wordt vastgesteld dat zij niet consequent in haar wens tot euthanasie is. Er zijn momenten dat ze helemaal niet dood wil en andere momenten waarop ze weer heel duidelijk is in haar doodswens. Lastig is het dat ze op bepaalde momenten ook niet meer weet dat ze de euthanasie wil.’
Hoe Jan Pieter van der Steen hier mee omgaat, kunt u ter plekke verder lezen. En het beste is natuurlijk om het hele boek te kopen!
Het andere op 6 februari gepresenteerde boek is ‘Uitwendige therapieën’. Dit boek is al langer uit, maar kreeg op deze manier, en terecht, nog een keer extra aandacht. Het voorwoord hiervan meldt:
‘Het ontbreken van richtlijnen voor uitwendige therapieën in het Nederlandse taalgebied was voor enkele leden van de Nederlandse Vereniging voor Antroposofisch Verpleegkundigen (NVAV), die ook de belangen van verzorgenden behartigt, aanleiding om dit boek te schrijven.
Uiteindelijk ontstond er een werkgroep van vijf personen. We bestudeerden literatuur, deden onderzoek en stelden conceptrichtlijnen op. Deze concepten zijn door een groep collega’s van commentaar voorzien. Hun reacties hebben wij dankbaar verwerkt.
We hebben ernaar gestreefd een toegankelijk boek te schrijven voor zowel verpleegkundigen als verzorgenden die onbekend zijn met uitwendige therapieën en hiervan kennis willen nemen, als voor ervaren collega’s die zich op dit vakgebied verder willen verdiepen. Het is een werkboek geworden: een praktisch boek met richtlijnen voor de applicaties, én met relevante achtergrondinformatie om de werkzaamheid van deze therapieën beter te kunnen begrijpen en verder uit te diepen.
Ook is het boek interessant voor artsen en therapeuten die vanuit de antroposofie werken, zij hebben immers te maken met patiënten die deze behandelingen ondergaan.’
Het boek kent een lange ontstaangeschiedenis van minstens vijf jaar, die laat zien hoe bijzonder het eigenlijk is. Daarvan getuigt ook het volgende gedeelte uit het ‘Voorwoord bij de tweede druk’:
‘Voor je ligt de tweede uitgave van dit boek: een herziene uitgave, uitgebreid met de baden, een uitwendige therapiemogelijkheid die we nog niet uitwerkten in de eerste druk. Deze waardevolle behandeling voor veel patiënten, zeker ook in de thuissituatie, hebben we dan ook graag uitgewerkt. Diet van Beek heeft dit weer met tekeningen ondersteund.
Van enkele substanties hebben we beschrijvingen toegevoegd in het hoofdstuk “Overige substanties” (blz. 230). En uiteraard hebben we de opmerkingen van onze collega’s verwerkt. Zo zijn bijvoorbeeld aan het register de planten, metalen en inhoudelijke begrippen toegevoegd, om het gebruiksgemak van het boek te vergroten.
Wij zijn verpleegkundigen en ervaren de uitwendige therapieën als een verrijking van ons beroep in alle sectoren van de gezondheidszorg. Dit doordat ze een bijdrage leveren aan de activering van de zelfgenezende krachten die in ieder mens aanwezig zijn. Stichting Plegan opleidingen biedt opleidingsmogelijkheden voor de professionele vaardigheden van de verschillende therapiemogelijkheden aan verpleegkundigen en verzorgenden ig (individuele gezondheidszorg). Het adres staat achterin het boek. Zo kunnen steeds meer collega’s deze bijzonder waardevolle mogelijkheden toepassen en in specifieke situaties aan mantelzorgers en zelfzorgers aanreiken. Via de V&VN afdeling Antroposofische Zorg, een afdeling van de overkoepelende landelijke organisatie Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, kun je vragen naar een antroposofisch verpleegkundige in de regio die je kan ondersteunen bij het toepassen van deze uitwendige therapieën. Ook dit adres vind je achterin het boek.
Zomer 2009
Ina Emous-van der Kooij, Sonja van Hees, Katie Willink-Maendel en Mirjam Zonneveld’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten