dinsdag 2 november 2010

Vervolg onderzoeksactiviteiten van Leerstoel en Lectoraat

.
Afgelopen zomer heeft de NVAZ de werving en coördinatie verzorgd aangaande de voortzetting van zowel de Bernard Lievegoed Leerstoel (Vrije Universiteit Amsterdam) als het Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg (Hogeschool Leiden). De leden en enkele fondsen zijn benaderd (mede met dank aan Merlijn Trouw) en de uitkomst is dat beide onderzoeksprogramma’s een vervolg krijgen. Dit getuigt van een stevig, gezamenlijk draagvlak om onderzoek in het werkveld Antroposofische Gezondheidszorg te bevorderen en ontwikkelen. De activiteiten in de komende jaren zijn nog niet bekend, aangezien de vaststelling van de nieuwe onderzoeksprogramma’s nog niet definitief is. Daarom volgt nu een globale toelichting op de werkzaamheden van Hans Reinders (hoogleraar VU) en Erik Baars (lector HL).

Allereerst een korte reactie op deze continuering. Het lectoraat is zeer verheugd dat Hogeschool Leiden, het beroepsveld van de antroposofische gezondheidszorg en de fondsen het mogelijk gemaakt hebben dat het lectoraat de komende vier jaar een heel goede basis heeft om de werkzaamheden voort te zetten. Dit wordt beschouwd, aldus Baars, als een grote blijk van waardering voor het werk van de afgelopen jaren en als grote blijk van vertrouwen dat de ingezette lijn op een goede wijze voortgezet gaat worden. Ook Reinders noemt de continuering van de Bernard Lievegoed Leerstoel een heuglijk feit. Het laat volgens hem zien dat de leden van de NVAZ de financiële inspanning hebben willen leveren om het werk van de leerstoel voort te zetten waarmee ze aangeven dat ze het werk van de Leerstoel belangrijk vinden. Daarbij is hij zeer tevreden met de resultaten over de afgelopen periode, met name wat (internationale) publicaties en maatschappelijke uitstraling betreft.

Als we terugblikken naar de grootste verdiensten van de afgelopen jaren noemt Reinders dat het werk van de leerstoel goed heeft ingespeeld op een verschuiving in de agenda van de Nederlandse zorgsector. De vraag waar men voor staat en waarin de eigen herkenbaarheid ligt – een vraag die overigens niet alleen antroposofische instellingen bezighield – is nagenoeg verdwenen; in de plaats daarvan wordt de agenda nu gedomineerd door de vraag naar verantwoording van kwaliteit. In de gehandicaptensector heeft de leerstoel een vooraanstaande positie verworven, mede door een andere, niet-kwantificerende inzet die tevens geïnspireerd is door de antroposofische zorgpraktijk. De reacties op het boek De kunst van het zorgen wijzen uit dat dit wordt onderkend. Zo is Baars erg blij met het feit dat het in de afgelopen jaren gelukt is om een duidelijke en professionele positie qua praktijkonderzoek in te nemen in het Nederlands hoger onderwijs op het terrein van antroposofische gezondheidzorg. Met onderzoekers, docenten, studenten en (inter)nationale partners werkt het lectoraat aan de kennisontwikkeling en de circulatie daarvan. Het resultaat is dat enerzijds de antroposofische gezondheidzorg toenemend inzichtelijk en verantwoord wordt en dat anderzijds de zorgpraktijk en de opleidingen met deze kennis verder ondersteund en verbeterd worden. Hiermee is het lectoraat medeactief in het scheppen van de voorwaarden voor acceptatie en integratie van de bijdrage van de antroposofische gezondheidszorg aan de verdere ontwikkeling van de gezondheidszorg.

Dit schept natuurlijk nieuwsgierigheid naar de lijn die uitgezet is voor de volgende periode. Voor het lectoraat worden drie belangrijke pijlers genoemd. Het ontwikkelen van transparante zorgproducten, het monitoren van veiligheid, kwaliteit en (kosten)effectiviteit en tot slot het publiceren over de beroepspraktijk, de wetenschappelijke verantwoording en de innovatie van de opleidingen. Reinders geeft aan dat het voor de hand ligt de ingeslagen weg te willen vervolgen. Voor de leerstoel is het sleutelbegrip bij uitstek 'verbinding', als het hart van elke zorgpraktijk. De betekenis daarvan gaat echter verder dan de zorgpraktijk, want ook maatschappelijke processen die gericht zijn op inclusie en participatie slagen niet zonder dat mensen zich met elkaar verbinden. Ook noemt hij dat voor de ontwikkeling van het beleid nieuwe wegen gezocht moeten worden. De overheersende dwang van bureaucratie laat zich vooral voelen in een geringe aandacht voor intermenselijke verhoudingen. Een ombuiging van beleid vraagt daarom om hernieuwde waardering voor de ethische betekenis van verbinding.

Beide onderzoekers kijken uit naar het vervolg van hun werkzaamheden. Ook geven zij aan dat wederzijde ontmoeting en samenwerking zijn vruchten zal afwerpen voor de zichtbaarheid en ontwikkeling van de antroposofische gezondheidszorg. In een volgende editie van De Digitale Verbreding wordt daarom een gezamenlijk interview gepubliceerd waarin zij toelichting geven op de onderzoeksprogramma’s.
.

Geen opmerkingen:

 
Site Meter