Op 6 december 2010 verdedigde Pim Blomaard, lid van de Raad van Bestuur van de Raphaëlstichting, aan de Vrije Universiteit in Amsterdam zijn proefschrift ‘Beziehungsgestaltung in der Behindertenhilfe’ met als ondertitel: ‘Zur Berufsethik der Betreuung’.
Het proefschrift gaat over de persoonlijke relatie als kern van de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking. De dissertatie werd begeleid door Prof.dr. Hans Reinders, hoogleraar ethiek aan de faculteit der Godgeleerdheid en als bijzonder hoogleraar houder van de Bernard Lievegoed Leerstoel, ingesteld door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders. klik hier voor de Nederlandse samenvatting.
De Nederlandse titel luidt: ‘De relatie in de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Over de beroepsethiek van de begeleiding’.
Pim Blomaard schrijft:
‘De zorgverlening aan mensen met een verstandelijke beperking is een beroepspraktijk die niet alleen door externe doelen, zoals maatschappelijke normen, wettelijke vereisten en wetenschappelijke richtlijnen, maar ook door persoonlijke motieven en persoonlijke kwaliteiten van begeleiders wordt bepaald. Op de vraag welke doelen deze beroepspraktijk wil realiseren kunnen externe antwoorden, zoals integratie en inclusie, maar ook persoonlijke antwoorden, zoals zingeving en betekenis, worden gegeven. In deze dissertatie wordt op basis van literatuurstudie onderzocht, welke voorwaarden moeten worden vervuld om de relatie tussen begeleider en cliënt zowel een professionele als een persoonlijke relatie te laten zijn. Deze beschouwing heeft als uitgangspunt de professioneel opgeleide begeleider die zich actief voor een goede relatie met zijn cliënt inzet.
De vraagstelling is de volgende: welke morele competenties heeft de professionele begeleider nodig om de relatie met verstandelijk beperkte mensen op een symmetrische wijze vorm te geven. Deze vraagstelling richt zich op de beroepsmoraal van de begeleider en de beantwoording geschiedt in het kader van de beroepsethiek. Deze beantwoording vindt plaats in de successievelijke hoofdstukken die elk een afzonderlijk aspect bespreken.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten