woensdag 29 april 2009

Eerstelijnszorg

Wereldwijde bezorgdheid over varkensgriep

Wereldwijd zijn zondag 26 april maatregelen genomen en de regels voor de import van varkensvlees aangescherpt, als gevolg van bezorgdheid over de varkensgriep, het griepvirus H1N1, dat naar mensen is overgeslagen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde dat het gevaar van een pandemie aanwezig is.
Volgens de WHO zijn in Mexico zeker 81 mensen bezweken aan zware longontsteking, veroorzaakt door een griepachtige ziekte. Van sommige slachtoffers staat vast dat hun dood is veroorzaakt door het nieuwe virus, dat kenmerken combineert van vogel-, varkens- en mensenvirussen.

Er bestaat geen vaccin tegen varkensgriep en het is onduidelijk of bestaande griepvaccins effectief zijn.
Inmiddels heeft de Wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft op 29 april de alarmfase voor de Mexicaanse griep verhoogd. Er is nu sprake van alarmfase 5, de laatste fase voordat gesproken kan worden over een pandemie.

Overzicht van ontwikkelingen in het Wmo-dossier (Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning)

In de ledenbrief 'Stand van zaken Wmo' blikt de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) niet alleen achteruit. Ze besteedt ook aandacht aan openstaande discussiepunten met het kabinet.

Achtereenvolgens komen aan de orde:

- Financiële afspraken Wmo
- De financiële systematiek Wmo
- Afspraken over de AWBZ-pakketmaatregel
- De gevolgen van Wmo-wetswijziging met het oog op de inzet van alfahulpen
- De inzet VNG op het Meavita-dossier
- Het project De Kanteling (gericht op een nieuwe invulling van het compensatiebeginsel)
- Afspraken over een nieuw verdeelmodel voor de maatschappelijke opvang
- Informatievoorziening en ICT.

Openstaand discussiepunt met het kabinet is o.a. dat het maatschappelijk nuttig beleid de gemeenten geld kost, terwijl de baten neerslaan in het AWBZ-budget of bij verzekeraars. Deze kwestie van 'perverse prikkels' op het grensvlak tussen gemeentelijk domein en verzekerd domein is nog steeds niet opgelost.

Huisartsen in 2006 meer inkomen

Huisartsen ontvingen in 2006 boven hun inkomen € 366 miljoen; gemiddeld is dat per praktijk € 54.257. Een belangrijke oorzaak daarvan zijn de relatief hoge opbrengsten uit inschrijftarieven, consulten en innovatie.
Dit is een van de conclusies van het 'Kostenonderzoek Huisartsenzorg' van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De NZa neemt de resultaten uit het onderzoek mee in haar advies aan de minister over functionele bekostiging van de eerstelijnszorg. De gemiddelde omzet van een huisartsenpraktijk was € 237.733 in 2006, de praktijkkosten € 183.476. In die praktijkkosten is het inkomen van de huisarts verwerkt. Het verschil tussen opbrengsten en kosten is gemiddeld € 54.257. Gecorrigeerd voor kosten die in 2006 buiten de administratie zijn gebleven, maar die door middel van een vraag in de vragenlijst zijn geïnventariseerd (bijv. de kosten van een meewerkende partner) is dit verschil € 48.508, hetgeen landelijk gelijk staat aan € 328 miljoen (dus in 2006).

Weer een nieuwigheidje: functionele bekostiging

Klink wil bezuinigen op de chronische zorg, waartoe functionele bekostiging wordt ingevoerd. Functionele bekostiging betekent dat bekostiging plaatsvindt op basis van de integrale zorg die wordt geleverd aan een patiënt met een bepaalde aandoening. Er komt éen prijs voor een bepaalde aandoening, en alle zorg die de patiënt nodig heeft voor de aandoening valt binnen die prijs. Hierdoor zou de zorg meer op de patiënt gericht worden, wat de kwaliteit zou verhogen, en de kosten zou drukken.

Door het invoeren van functionele bekostiging wordt samenwerking tussen de verschillende aanbieders noodzakelijk. Daarnaast kunnen patiënten langer binnen de eerstelijnszorg (waaronder huisartsen) in behandeling blijven, waardoor vaker voorkomen kan worden dat patiënten doorgestuurd moeten worden naar een specialist (tweede lijn).

In 2010 wil Klink dit invoeren voor COPD, hartfalen, cardiovasculair risico en diabetes. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert Klink echter om in eerste instantie alleen voor diabeteszorg en cardiovasculair risicomanagement deze vorm van bekostiging te introduceren. Dit omdat er volgens de NZa op dit moment nog niet aan alle randvoorwaarden voldaan wordt, maar de minister is het er niet met die beperking eens, zoals hij op 23 april aan de Tweede Kamer schrijft.
In dezelfde brief reageert Klink ook op een rapport van de NZa over de kosten van de huisartsenzorg. De NZa concludeert daarin, dat huisartsen meer consulten gedaan hebben, waardoor hun inkomen boven het norminkomen uitkwam. Klink vraagt de NZa om verder onderzoek naar veranderingen in de huisartsenzorg sinds 2006, en wil het vaststellen van nieuwe tarieven graag zien in relatie met de functionele bekostiging.

Toegankelijkheid oefentherapeuten Cesar en Mensendieck

Sinds 1 juli 2008 kunnen patiënten terecht bij oefentherapeuten Cesar en Mensendieck zonder verwij­zing van de huisarts. Van juli tot oktober maakte 19% van de pa­tiënten gebruik van deze nieuwe mogelijkheid. Vooral jonge, hoger opgeleide patiënten vinden ge­makkelijk zelf hun weg naar de oefentherapeut. Er wordt in totaliteit niet meer gebruik gemaakt van deze zorg dan vroeger.

Geen opmerkingen:

 
Site Meter