Problematische samenloop van omstandigheden
Op ’t ogenblik vindt er een samenloop van omstandigheden plaats, waardoor veel instellingen in soms grote moeilijkheden komen. Niet alleen vanwege de kredietcrisis, maar ook doordat de ongebreideld stijgende kosten afgeremd worden. Daarom is de rijksoverheid bezig aan bezuinigingsrondes, die ‘verkocht’ worden als innovatie (voorbeeld: ketenzorg).
De overheid vraagt de instellingen op twee gedachten te hinken: enerzijds moeten zij zich op een zogenaamd ‘vrije’ markt begeven, wat ook geldt voor de zorgverzekeraars en de banken. Anderzijds zijn deze alle geledingen binnen een collectief systeem en worden door de overheid strak aan de teugel gereden. De zorgverzekeraars worden onderworpen aan hogere comptabiliteitseisen, en worden zenuwachtig gemaakt door eigen vermeende tekorten. Dit heeft tot gevolg dat deze plotseling allerlei verleende voorschotten aan de instellingen gaan terugeisen. Zodra de banken van deze ogenblikkelijk invorderbare voorschotten lucht krijgen, dreigen zij de op hun beurt soms te royaal verleende kredieten terug te eisen. Is er geen geld, dan dreigt men de stekker eruit te trekken. Meer dan ooit wordt van het instellingsmanagement stuurmanskunst gevraagd: het varen tussen de Scylla en de Charibdis. Voor antroposofische zorginstellingen is dit des te moeilijker, aangezien zij, om te overleven, hun oren (net zoals op het schip van Odysseus) met was moeten instoppen, om geen gehoor te geven aan de roep om de eigen identiteit, gekoppeld aan extra mens-uren en dus extra geld. Ook daar is het de kunst, een ‘innovatie’ te leveren waarbij met minder middelen méér gedaan wordt, zonder terug te keren naar het pioniersstadium, waar iedereen alles om niets deed. Zoiets kan het management alleen voor elkaar krijgen als er bij de meeste medewerkers de bereidheid aangewakkerd wordt om te overleven, met als gevolg: extra inzet, en slimme constructies om de kwaliteit niet te zeer onder druk te laten komen. Niet iedereen zal deze ‘struggle for life’ overleven, en dat is precies waar de overheid op uit is: sanering van de murale en wellicht ook de ‘complementaire’ gezondheidszorg. Er zijn al deconfitures in het vooruitzicht gesteld. Iedere dag komt er een nieuw drama in de pers.
Visie van de banken: maximaal 3 maanden voorfinancieren
Banken (NVB) vinden dat bancair gefinancierd werkkapitaal beperkt moet worden tot maximaal drie maanden. In de ggz is die termijn nu acht maanden, waardoor instellingen ‘onnodig veel rentekosten betalen aan banken, terwijl de middelen bij zorgverzekeraars beschikbaar zijn’. Zo verlegt men de zwarte piet naar de zorgkantoren.
Dezelfde problemen ontstaan in de AWBZ als daar per 2010 de zzp’s worden ingevoerd en de bevoorschotting door zorgkantoren wegvalt. De NVB schat de behoefte aan werkkapitaal daar op drie à vier miljard euro. NVB: ‘Die enorme kredietbehoefte is onverantwoord als tegelijkertijd de financiële risico’s groot zijn en geld schaars is. Straks worden zorginstellingen vermorzeld tussen banken die niet willen financieren en zorgverzekeraars die niet willen bevoorschotten.’
Zorginstellingen hoeven zich geen zorgen te maken over hun bestaande financieringslijnen, tenzij ze verlies gaan draaien, stelt de NVB. ‘De schoen gaat wringen als zorgorganisaties nieuwe financiering nodig hebben voor bouw of bevoorschotting van zzp’s en daar geen onderbouwd verhaal bij hebben.’
There is no profit like non-profit
Het aandeel ziekenhuisbehandelingen met vrije prijzen, bedraagt sinds begin dit jaar officieel 34 procent van de markt. De NZa adviseert om in 2011 het budgetsysteem te beëindigen en op zorgvuldige wijze over te stappen op volledige prestatiebekostiging. Dit is volgens de autoriteit in het belang van de consument omdat het verzekeraars in staat stelt de beste zorg in te kopen voor de laagste prijs. Er wordt een integraal groeimodel als overgangsmodel voorgesteld.
Het overgangsmodel werkt alleen als het wordt toegepast op de totale omzet van ziekenhuizen, dus zowel op het huidige B-segment, als op het A-segment dat gereguleerde prijzen kent. Dat betekent voor de korte termijn dat de vrijheid die het huidige B-segment kent wordt ingeperkt. Daar staat tegenover dat het vrij onderhandelbare deel wordt vergroot naar vijftig procent. Na drie jaar eindigt de overgangsfase en geldt volledige prestatiebekostiging.
Ziekenhuizen binden verpleegkundigen met bonus
Ziekenhuizen bieden gespecialiseerd verpleegkundigen ‘bindingspremies’ van maximaal 5.000 euro per jaar geboden als ze beloven te blijven. In navolging van de bonussen om medisch specialisten aan het ziekenhuis te verbinden, zien ziekenhuizen zich nu ook gedwongen te zorgen dat verpleegkundigen niet weggaan. Soms is zelfs de maximaal toegestane bonus van tien procent bovenop het cao-jaarsalaris niet genoeg, om te voorkomen dat personeel overstapt naar commerciële detacheringbureaus waar ze meer kunnen verdienen. Vervolgens kunnen ziekenhuizen hen weer teruginhuren tegen bijna de dubbele kosten van iemand in loondienst.
Privé-behandelcentra nemen versneld toe
Volgens het begeleidingsinstituut voor zorginitiatieven (BIZI) zal het aantal privéklinieken binnenkort toenemen van 4% naar 20%; er zullen veel meer wijkcentra zijn voor dagbehandelingen en het aantal ziekenhuizen zal zijn gehalveerd.
Om medisch specialisten die voor zichzelf willen beginnen te helpen, is BIZI in het leven geroepen. Bizi neemt de ondernemende specialist de hele rompslomp die bij het starten van een behandelcentrum hoort uit handen. Voorbeeld: Derk Rietveld, orthopedisch chirurg en oprichter van Annatommie, een centrum voor orthopedie en beweging. Inmiddels heeft Rietveld vier behandelcentra. Ook voor de complementaire zorg liggen er vele kansen.
NZa steunt Meavita-opvolgers met 37 miljoen
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) geeft voormalig Meavita in totaal 37 miljoen euro aan balanssteun. Daarvan gaat 15 miljoen naar Thuiszorg Groningen (TZG) en 22 miljoen naar de Haagse Wijk- en Woonzorg (HWW). De NZa vindt de steun noodzakelijk om patiënten in beide regio’s van zorg te blijven voorzien.
De NZa verleent minder steun dan is aangevraagd. De NZa ziet bij beide aanbieders namelijk nog mogelijkheden om kosten te besparen en opbrengsten te verhogen. De NZa geeft geen steun aan innovatieve projecten omdat deze niet noodzakelijk zijn om de continuïteit van zorg te garanderen. De NZa benadrukt dat financiële steun uitsluitend is bedoeld voor AWBZ-zorg.
NZa-criteria voor steunaanvragen
Basis voor het NZa-besluit om TZG en HWW miljoenen te verstrekken is de beleidsregel steunverlening. Het wordt betaald uit publieke middelen.
De NZa constateert dat de aanvraag aan de gestelde eisen voldoet. Een steunverzoek moet aan vijf criteria voldoen. De continuïteit van zorg moet bijvoorbeeld aantoonbaar in het geding zijn. Op grond van gesprekken met de belangrijkste zorgverzekeraars constateert de NZa dat door het wegvallen van de instellingen een ernstig probleem met de continuïteit van zorg ontstaat. Er zijn geen andere partijen in de regio´s aanwezig die kunnen garanderen dat alle zorg gecontinueerd wordt. De NZa wil een gedegen businessplan zien dat een betrouwbaar beeld geeft van de financiële situatie. Dat plan moet laten zien hoe de continuïteit van zorg wordt gewaarborgd. De steun wijkt op één punt af van het beleid van de NZa. Normaal gesproken moeten partijen in staat zijn een substantieel deel van het gevraagde bedrag zelf terug te verdienen. De NZa wijkt hiervan gedeeltelijk af, omdat de staatssecretaris van VWS bij de overgang van het personeel van Meavita naar de stichtingen de garantie heeft gegeven dat alle werknemersrechten onverkort overgaan naar de nieuwe stichtingen. Voor dit deel geldt de terugverdieneis niet.
Omdat het besluit dus afwijkt van de norm, wordt het gemeld bij de Europese Commissie. Die toetst of er sprake is van geoorloofde staatssteun.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten