woensdag 27 januari 2010

Afscheid van redacteur Huib van den Doel


Zoals vorige keer in De Digitale Verbreding al aangekondigd, heeft Huib van den Doel zijn werk als redacteur van dit tijdschrift neergelegd.
Voor een afscheidsinterview zocht Michel Gastkemper hem op in zijn woonplaats Haarlem.

Een rekensom waaruit blijkt ‘dat slechts één kwart (met een beetje creatief boekhouden de helft) van het bestede geld aan gezondheidszorg leidt tot daadwerkelijke gezondheidswinst’, is een intrigerende. Die rekensom werd al lang geleden gemaakt, schreef Huib van den Doel in zijn afscheidscolumn in december, als vertrekkend redacteur van dit digitale tijdschrift. Hijzelf was destijds de rekenaar.

Dat is een vraag die ik hem zeker moet stellen: hoe moet het met de gezondheidszorg heden ten dage, financieel gezien, nu de kosten maar toenemen en toenemen? De overheid doet zijn best deze uitdijende kosten in te dammen, maar slaagt daar tot nog toe niet in. Het antwoord van Huib van den Doel is verrassend simpel: diversiteit en vrijheid. Laat mensen zelf hun keuze bepalen, zonder restricties. Of het moet de beperking zijn dat er een bepaald budget beschikbaar is. Patiënten krijgen dan het gevoel terug dat zijzelf het heft in handen hebben. Als zij bovendien ervaren dat hun keuze serieus wordt genomen, hoeven zij echt niet het duurste van het duurste.

Het duurste van het duurste

Wie vaak wel het duurste van het duurste willen, zijn professionals die de grenzen van het technisch mogelijke in hun vakgebied opzoeken. Interessant, een nieuwe behandeling. Maar of die experimenten, bijvoorbeeld in de ouderenzorg, echt gewenst zijn? Volgens Huib van den Doel niet. Specialisten ziet hij in dit verband als echte prijsopdrijvers; het is een marktkwestie, door het creëren van een nieuwe vraag.

Nee, dan is diversiteit en vrijheid een veel beter middel. Een breed en serieus aanbod van verschillende bestaande geneeskundige benaderingen, inclusief complementaire en alternatieve. Een vrije keuze daarin zou de zorg kosten besparen, terwijl de patiënten zich meer betrokken en daardoor al beter zouden voelen, minder afhankelijk.

Vernieuwing en verbreding

Kom je op deze dingen te spreken, dan heb je meteen het kernthema in de loopbaan van Huib van den Doel te pakken. Zijn leven telt nu de eerbiedwaardige leeftijd van 72 jaar. Begonnen als docent Nederlands op een gymnasium, daarna doorgeschoven als universitair docent Nederlandse letterkunde, in combinatie met filosofie en geschiedenis, maar de academische carrière verlaten voor een directeurschap op onderwijsgebied van wat we nu een landelijk ‘kenniscentrum’ zouden noemen, in het protestants-christelijke veld. Altijd vernieuwing en verbreding zoekend, uit ervaring wetend dat diversiteit en vrijheid de beste ontwikkelingsinstrumenten zijn. Daardoor ook belandend in het vrijeschoolmilieu, als spreker op een congres over onderwijsvrijheid, waarmee veel raakvlakken bleken te bestaan.

Maar wel altijd een eigen weg zoekend en gaand, waardoor na tien jaar, op 42-jarige leeftijd, een switch van onderwijs naar gezondheidszorg verklaard kan worden. Directeur van de Nationale Ziekenhuis Raad (NZR), nog zo’n centrale positie. Nu gericht op innovatie van de intramurale gezondheidszorg in geheel Nederland, wat in de jaren tachtig hoognodig is. Beatrixoord in het Groningse Haren en het Willem van den Bergh-centrum van ’s Heeren Loo in het Zuid-Hollandse Noordwijk volgen, ieder een jaar of vijf, respectievelijk als algemeen directeur en als directeur zorgzaken.

Antroposofische gezondheidszorg vertegenwoordigen

En dan, in 1997, wanneer de VUT-leeftijd is bereikt, is het moment daar om echt als vertegenwoordiger van de antroposofische gezondheidszorg op te gaan treden. Voorzitter van de Federatie Antroposofische Gezondheidszorg, de voorloper van de NVAZ. Ook dit doet Huib tien jaar lang, waarmee een soort van ‘tienjaren-ritme’ in zijn loopbaan zichtbaar lijkt te worden. Geen ‘zevenjaarsritme’ zoals de antroposofie die kent, maar een eigen ritme. Dit zou heel goed op hem van toepassing kunnen zijn, zijn zin voor onafhankelijkheid onderstrepend. Zo kunnen in zijn zestiger jaren, waarin anderen als gepensioneerden gewoonlijk van hun vrijheid genieten, veel draden uit zijn leven bij elkaar komen en voor de antroposofische zorg ingezet worden.

Draden die bij elkaar komen

Bijvoorbeeld Beatrixoord; op de locatie van het toenmalige sanatorium voor tbc-patiënten in Appelscha krijgt de nieuwe sociaaltherapeutische instelling OlmenEs zijn eigen plek. Ook Camphillgemeenschap Orion in Rotterdam plukt de vruchten van het netwerk dat Huib als directeur van de NZR heeft opgebouwd. Nog een draad: de bijzondere Willem van den Bergh-leerstoel voor ethiek van ’s Heeren Loo, in het verleden door Hans Reinders bezet. Die heeft een soort voortzetting gekregen in de Bernard Lievegoed leerstoel. En dan de Bernard Lievegoed Kliniek zelf, die door moeilijke jaren moest worden heengeloodst. Nog altijd zit Huib hier in de Raad van Toezicht, nu van de Lievegoed Zorggroep, de hemel is nog niet opgeklaard. Zoals eerder in De Digitale Verbreding heeft beschreven, is er nu een interim-bestuurder aangesteld die de opgelopen tekorten moet wegwerken.

Strategische informatie

De verdiensten van Huib van den Doel voor de antroposofische zorg zijn moeilijk over het hoofd te zien. Zijn laatste bijdrage, als redacteur van dit tijdschrift, betrof het maandelijks verzorgen van het ‘strategisch nieuws uit de achterliggende periode’. Hiermee wilde hij in de eerste plaats leidinggevenden informatie in handen spelen, waarmee zij goed toegerust zijn om hun positie te bepalen in het maatschappelijk krachtenveld van de Nederlandse gezondheidszorg en deze daadwerkelijk in te nemen. Opdat de antroposofische zorg de plaats die haar binnen het geheel toekomt vruchtbaar in kan vullen. Wie gaat daar nu voor zorgen, is zijn bezorgde vraag. Want onmiskenbaar is zijn toewijding aan deze vorm van zorg.

Michel Gastkemper

Geen opmerkingen:

 
Site Meter