Vaardigheden en innovaties voor individugeoriënteerde gezondheidszorg
Op de website van het Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg aan Hogeschool Leiden is het al te vinden: ‘Een terugblik in woord en beeld’. En dan gaat het over het tweede jaarlijkse symposium van dit lectoraat, dat werd gehouden op vrijdag 18 december 2009, precies een week voor Kerstmis. Een lange dag, die duurde van 9.00 tot 17.30 uur. De volledige titel van dit tweede symposium luidde: ‘Op weg naar een professionele individugeoriënteerde gezondheidszorg! Welke vaardigheden en innovaties moeten ontwikkeld worden? Praktijkonderzoek in de Antroposofische Gezondheidszorg
‘Het tweede symposium was, ondanks de hevige sneeuwval en de daarmee gepaard gaande ontregeling van het verkeer, opnieuw een succes. In de ochtend en middag werd het thema “Op weg naar een professionele individugeoriënteerde gezondheidszorg” vanuit verschillende perspectieven belicht. In de middag kwamen in workshops de resultaten van praktijkonderzoek in de antroposofische gezondheidszorg aan bod. Tevens werden er twee nieuwe publicaties gepresenteerd.’
Er direct onder zijn de powerpoint-presentaties terug te vinden van de acht personen die in de ochtend aan het woord kwamen. Dat waren achtereenvolgens Joop Hoekman,
In zijn nopjes
Lector Erik Baars toonde zich bijzonder in zijn nopjes met de belangstelling voor het thema van dit symposium. Aanmeldingen waren er uit alle sectoren van het antroposofische veld, maar ook daarbuiten: vanuit alle beroepsgroepen uit verschillende instellingen, alle grote antroposofische zorginstellingen en onderzoeksgroepen, maar ook TNO, Leiden Universiteit en IFAEMM. Verder vanuit patiëntenverenigingen Antroposana & NPCF, fondsen, zorgverzekeraar en medewerkers Hogeschool Leiden en overige geïnteresseerden.
Baars had Joop Hoekman gevraagd in de ochtend als dagvoorzitter te fungeren. Deze bleek hier de ideale persoon voor, die een werkelijk perfecte gang van zaken wist te verzorgen. Joop Hoekman is zelf Hoofd Centrum voor Kennis- en Expertiseontwikkeling van Zonnehuizen te Zeist en Universitair docent Orthopedagogiek aan de Universiteit Leiden.
De eerste spreker was
Bas Leerink
Bas Leerink, lid van de Raad van Bestuur van Menzis, sprak over ‘Kansen voor organisatie en toegankelijkheid van antroposofische zorg’. Hij vertelde hoe Menzis-klanten terecht kunnen bij eerstelijnscentra op antroposofische basis (therapeutica) in Groningen, Doetinchem en Zutphen. Hij kondigde aan dat dit aantal de komende tijd verder wordt uitgebreid. De afspraak die Menzis heeft gemaakt met verschillende therapeutica houdt in dat de centra per ingeschreven Menzis-verzekerde een op maat gesneden en vast bedrag ontvangen. Met de aanvullende verzekering van Menzis heeft men toegang tot alle therapeutische zorg van deze zorgverleners. Zo wordt deze therapeutische zorg voor meer mensen toegankelijk gemaakt. Tegelijk worden de administratieve lasten voor zowel therapeut als voor Menzis verlaagd.
Atie Schipaanboord
Atie Schipaanboord op haar beurt sprak over ‘De veranderende vraag van patiënten’. Dit was haar laatste optreden als directeur Beleid en Innovatie in dienst van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), waar zij sinds 2004 werkzaam is. Zij wordt met ingang van 2010 de nieuwe directeur V&VN, de beroepsvereniging ‘Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland’. Zij richtte zich in haar bijdrage op de patiënt in 2015, die steeds meer zelf aan zet wil zijn, een manager van zijn eigen zorg. Als voorbeeld van een ontwikkeling die hierop inspeelt, noemde zij de Digitale IVF poli van het UMC Radboud in Nijmegen. Maar ook de nieuwe website ‘zorgkaartnederland.nl’, met als doel een echte recensiesite van patiënten te worden, met nu al 83.000 adressen.
Jan van der Greef
Na een korte pauze was Jan van der Greef aan de beurt. Hij is ook bij het vorige symposium van het Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg opgetreden. Sinds 2003 is hij directeur van TNO Systems Biology Research & Personal Health in Zeist. Hij is tevens verbonden aan de Universiteit Leiden als hoogleraar Analytische Chemie en aan het Sino-Dutch Center for Preventive and Personalized Medicine. Zijn onderwerp was ‘Systeembiologie: de motor voor genezen op maat’. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar niet-Westerse behandelmethoden, zoals traditionele Chinese geneeskunde en Ayurveda. Die zijn bijna altijd gepersonaliseerde behandelingen, zodat zijn bijdrage over de systeembiologie bijzonder goed paste bij het thema van dit symposium.
Hans Reinders
Na hem sprak Hans Reinders, hoogleraar Ethiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en houder van de Bernard Lievegoed Leerstoel, over ‘Beelden in plaats van cijfers. Verantwoording van kwaliteit maar dan anders’. Hierin nam hij de verantwoording van kwaliteit door middel van prestatie-indicatoren op de schop. Want die verschaffen niet werkelijk informatie over de geleverde kwaliteit van zorg. Hij concludeerde dat de sector zelf behoefte heeft aan een andere benadering dan die waarvoor nu is gekozen. Hij maakte hierbij onderscheid tussen ‘verantwoorde zorg’ en ‘goede zorg’ en schetste een alternatieve benadering, waarbij ‘verbinding’ een centrale rol speelt. Dat gebeurt door middel van beelden en verhalen. Dat is een methode die zorgverleners niet demotiveert, maar stimuleert en inspireert.
Guus van der Bie
Het thema van Guus van der Bie was: ‘Oriëntatie op het individu in het klinische oordeelsvormingsproces’. Direct uit de spreekkamer van de antroposofisch huisarts komend, schetste hij een praktijk waarin anderhalve eeuw ontwikkeling van de medische professie niet wordt afgebroken, maar een nieuw perspectief krijgt. Centraal daarbij staat de een-op-een ontmoeting tussen behandelaar en patiënt. Dat kan niet anders, want die staat altijd aan het begin van het contact. Die unieke en individuele situatie moet weer in ere hersteld worden. En dat kan ook: er zijn middelen en instrumenten voor, die deze omstandigheden recht doen. Het vraagt een nieuw denken, niet alleen gebaseerd op standaarden en protocollen, maar bijvoorbeeld op individuele patroonherkenning en systeemgeneeskunde. Je zou verschillende verklaringsmodellen tot je beschikking moeten hebben. Van der Bie citeerde instemmend internist Smulders die bij zijn aantreden als hoogleraar interne geneeskunde aan de Vrije Universiteit zei: ‘Met kennis van de epidemiologie alleen ga je het niet redden. Denk kritisch na over hoe je een patiënt benadert, hoe je een diagnose stelt en waarom je voor een bepaalde behandeling kiest. Koester en ontwikkel subjectiviteit en intuïtie: het zijn geen zonden maar deugden.’
Erik Baars
De laatste spreker in de ochtend was Erik Baars zelf, de lector Antroposofische Gezondheidszorg, met als thema: ‘Wat kan (het lectoraat) antroposofische gezondheidszorg bijdragen aan de professionele ontwikkeling van individugeoriënteerde gezondheidszorg?’ Een heleboel, zo bleek uit zijn lezing. Er is dan ook een schat aan ervaringskennis, in tachtig jaar opgebouwd. Erik Baars zag die bijdrage vooral in het kunnen hanteren van verschillende verklaringsmodellen en mensbeelden, die de relatie patiënt-zorgverlener verdiepen, en stimuleren tot gezondmaking. Antroposofische gezondheidszorg kan bijdragen dit bewust te maken, en kan tegelijk haar eigen positie communiceren. De twee die middag te presenteren publicaties van het lectoraat brengen dit tot uitdrukking; bovendien volgt er in 2010 nog een nieuwe publicatie van Joop Hoekman, vanuit het kenniscentrum van Zonnehuizen, over methodologie en casuïstiek.
Een forumgesprek met alle sprekers, onder leiding van Joop Hoekman, maakte het mogelijk dat zij nader op elkaars bijdrage in konden gaan. Er bleek een grote mate van overeenstemming te zijn wat de grote lijnen van de toekomstige zorg betreft: inderdaad individugeoriënteerd.
Workshops
In de middag waren er twee rondes met workshops, met:
– Gunver Kienle (‘How to write a scientific valid casestudy report?’),– Karen Wuertz en Hans Reinders (‘De kunst van het zorgen. Over verbinding in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking’),
– Christa van Tellingen (‘De fenomenologie van respiratoire aandoeningen en de antroposofische behandeldoelen en -methoden’),
– Erik Baars en Guus van der Bie (‘Op weg naar een ‘Personalized’ behandeling van Diabetes Mellitus Type 2: integratie van reguliere kennis, systeembiologie en antroposofische kennis’),
– Anne Ponstein en Martin Niemeijer (‘Antroposofische zorgprogramma’s ontwikkelen: waarom, hoe en voor wie?’),
– Erik Baars (‘Practice Based Evidence ontwikkeling in antroposofische beroepsgroepen’),
– Guus van der Bie (‘Wetenschappelijke communicatie over antroposofische gezondheidszorg mogelijk maken: de brug slaan tussen natuurwetenschappelijke en antroposofische kennis’),
– Evi Koster (‘Klantervaringen in het Kindertherapeuticum in Zeist: van rendementsonderzoek naar routinematige outcome metingen’),
– Marjolein Elings (‘De Hoge Born verbindt! Kwaliteiten en effecten van zorgboerderij De Hoge Born’),
–
Gunver Kienle
De afsluitende lezing werd verzorgd door Gunver Kienle: ‘Clinical judgement in modern healthcare: uncertainty and case evidence, clinical research and individual patient care’. Zij betoogde dat een wetenschappelijke evaluatie van de werkzaamheid, veiligheid en wisselwerkingen van therapieën ongetwijfeld een zegen is voor de moderne geneeskunde. De verkregen inzichten moeten zeker een toepassing krijgen in de praktijk. Dat geldt ook voor de overige onderdelen van Evidence Based Medicine (EBM): overzicht in de datajungle, transparantie in medische besluitvorming, vrije informatiebronnen, systematiek voor het verwerken van enquêtes en empowerment van artsen en patiënten. Maar EBM kan de medische expertise nooit vervangen; elke patiënt is immers een individu.
Evidence is beperkt, eenzijdig en gevoelig voor fouten; het moet kritisch beoordeeld, uitgewerkt en aangevuld worden. Ook evidence-ondersteunde therapieën zijn slechts bij een gedeelte van de patiënten met de betreffende indicatie werkzaam; bij deze bij het systeem horende onzekerheid zijn arts en patiënt aangewezen op hun eigen beoordelings- en onderscheidingsvermogen. De arts beschikt over andere herkennings- en behandelingsmethodieken en een ander waarnemingsgebied dan klinische onderzoeken, daarom brengt hij belangrijke ervaring mee bij de medische besluitvorming, die een essentieel kennisvoordeel betekent voor de individuele patiënt en voor de medische gemeenschap.
Publicaties
– Erik Baars en Guus van der Bie (eindredactie): ‘Praktijkonderzoek in de Antroposofische Gezondheidszorg 2009. Op weg naar een professionele individugeoriënteerde gezondheidszorg! Welke vaardigheden en innovaties moeten ontwikkeld worden?’
– Odulf Damen, Guus van der Bie en Arie Bos: ‘De gezondheidsbevorderende kracht van muziek. Een bijdrage uit de antroposofische muziektherapie’.
Het eerste boek kan dienen als ‘symposiumbundel’, want daarin staat een groot deel van de bijdrages die in de ochtend werden gegeven. Het volledige boek kan zelfs op de genoemde website van het lectoraat ook gedownload worden (evenals de publicatie van 2008):
– Praktijkonderzoek in de antroposofische gezondheidszorg 2008.
– Praktijkonderzoek in de antroposofische gezondheidszorg 2009.
Na deze volle maar bijzonder geslaagde dag is er op deze manier genoeg materiaal om zelfstandig of gezamenlijk mee verder te gaan.
Michel Gastkemper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten