woensdag 27 mei 2009

Instellingen Algemeen

Aantal zorginstellingen met financieel tekort neemt toe

Het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) constateert in zijn jaarverslag dat ongeveer 1 op de 4 deelnemende zorginstellingen met verlies draaide in 2007. In 2006 was dit nog 1 op 5, en in het jaar daarvoor 1 op 10.

Deze trend baart het WFZ zorgen, aangezien het overheidsbeleid is gericht op een verdergaande verschuiving van risico's in de bekostiging naar zorginstellingen.
De financiering van nieuwbouwprojecten verloopt stroever dan voorheen. Dit wordt veroorzaakt door de toegenomen onzekerheden als gevolg van het overheidsbeleid. De kredietcrisis, waardoor kapitaal schaars is, heeft de veranderende opstelling van financiers versneld en versterkt. Het WFZ vreest dat het investeringsvolume in de komende jaren onder druk komt te staan als door de overheid niet een duidelijker toekomstperspectief wordt geboden. Het gaat hierbij vooral om de veranderingen in de waardering van onroerend goed, de noodzakelijke verkorting van de afschrijvingstermijnen, de hoogte van de toekomstige kapitaallastenvergoeding, en de uitwerking van 'vangnetten' voor probleemgevallen. Zonder deze duidelijkheid kunnen zorginstellingen moeilijk een goed investeringsplan opstellen en kunnen banken en WFZ deze plannen moeilijk beoordelen.

De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) is het garantie-instituut van en voor zorginstellingen. Het is opgericht in 1999. Het WFZ geeft garanties op leningen aan zorginstellingen. Voor deelnemende zorginstellingen levert het WFZ rentevoordeel op en continuïteit van de financiering.

Rapport VWS: Zorgmanagers hebben onvoldoende sturingsinformatie

De kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg staat op hoog niveau in Nederland maar moet toch blijven verbeteren. Hierbij moeten niet alleen de inspectiediensten een belangrijke rol spelen, maar ook zorgverzekeraars (via hun inkoop) en patiënten. En het management moet bereid zijn naar de eigen prestaties te kijken en die te vergelijken met die van andere instellingen.

Dit zijn enkele aanbevelingen die het ministerie van VWS doet naar aanleiding van een onderzoek naar de vijf maatschappelijke opgaven die de zorg in 2006 meegekregen heeft van het kabinet. In het rapport Maatschappelijke Opgaven Volksgezondheid en Gezondheidszorg worden de prioriteiten voor de vijf opgaven behandeld.

Een onbedoelde loonexplosie voor de specialist

Zo’n tweeduizend medisch specialisten incasseerden vorig jaar flink meer geld. VWS erkent het foutje in het declaratiestelsel: de correctiefactor was niet toegepast.
Daardoor verdienen enkele groepen, samen zo’n 2.000 artsen, sinds vorig jaar tientallen procenten meer dan in 2007, oplopend tot zelfs 200 procent. Het gemiddelde jaarinkomen van arts-microbiologen ging bijvoorbeeld van 225.000 naar 675.000 euro.
Minister Bos (Financiën, PvdA) schatte vorige maand dat de uitgaven voor specialisten ruwweg 400 miljoen euro te hoog waren opgelopen.

Sinds vorig jaar zijn specialisten verplicht alle uren die ze werken te registreren, anders worden ze niet meer betaald. Hoewel ze geen minuut langer werkten, explodeerde het aantal geregistreerde uren. Verzuimd was echter de compensatiefactor te schrappen, en daardoor stegen de inkomens van de vijf groepen specialisten enorm.
Hoogervorst, die als minister het systeem ingevoerd heeft, zag wel dat het nieuwe declaratiesysteem, gebaseerd op de zogeheten diagnosebehandelingcombinatie (dbc), rammelde. Maar tijd voor aanpassing ontbrak. „Dat zou jaren duren”, vertelt hij, „en dan dreigde uitstel van de liberalisering van het zorgstelsel.” En dat zou gezichtsverlies betekenen voor hem én het kabinet.

Uitvoeringsbesluit WTZi


Het bouwregime op grond van de wet WTZi is per AMVB d.d. 29-4-2009 grotendeels afgeschaft. Voor veel instellingen betekent dit dat zij geen ondersteuning meer krijgen voor de uitvoering van hun bouwplannen, maar deze zelf moeten financieren. Veel instellingen komen of zijn al in de moeilijkheden.
De afschrijvingstermijnen op nieuwe investeringen worden bovendien marktconform, zodat de kosten per jaar fors toenemen.

Topman: zorgreus Meavita onnodig bankroet

De overheid heeft Meavita, het op een na grootste Nederlandse zorgbedrijf, begin dit jaar moedwillig failliet laten gaan om de noodlijdende thuiszorg duidelijk te maken dat falende bedrijven niet op steun hoefden te rekenen, e.e.a. volgens de laatste bestuursvoorzitter van Meavita in NRC Handelsblad. „Er moest gewoon een voorbeeld worden gesteld”.

Het door fusies razendsnel gegroeide concern, met 100.000 cliënten en 20.000 medewerkers, verkeerde in de twee jaar van zijn bestaan financieel en organisatorisch in voortdurende chaos. Begonnen als fusie van kerngezonde zorgbedrijven was na anderhalf jaar het eigen vermogen verdampt en stapelden de verliezen zich op, met een miljoen euro per week.
De Tweede Kamer houdt op 5 en 19 juni hoorzittingen over het Meavita-fiasco. Het parlement wil achterhalen welke omstandigheden een rol hebben gespeeld en in hoeverre wet- en regelgeving het zorgbedrijf in problemen hebben gebracht.
Een ambtelijke crisisteam zorgde ervoor dat de stichtingen die de cliëntenzorg moesten voortzetten, werden opgericht door patiëntenfederatie NPCF.

Orbis redt het misschien, maar overwoog eigen faillissement

Het gigantisch modern ziekenhuis Orbis in Sittard probeert een doorstart te maken o.l.v. Cees Sterk.
De raad van toezicht en bestuurlijke top van Orbis hebben in september vorig jaar echter overwogen het zorgconcern zelf geregisseerd failliet te laten gaan. De optie tot een faillissement is meerdere keren aan de orde gekomen tijdens besprekingen over de voorwaarden die Fortis en ABN Amro stelden bij de onderhandelingen over het overbruggingskrediet van 180 miljoen euro. Bij de afweging is nadrukkelijk ook gekeken naar de gevolgen die een faillissement zou hebben voor de zorg.

Geen opmerkingen:

 
Site Meter