dinsdag 13 oktober 2009
Meer trek- en duwkracht in onze sector nodig
Column door Huib van den Doel
Bestuurders en toezichthouders van antroposofische instellingen zijn beste mensen. Ze zijn vaak contemplatief van aard, en bekijken dan alles in het macroperspectief van de eeuwigheid. Echter, de bommenwerpers vliegen over je heen, en er wordt af en toe met haarfijne technologisch uitgedokterde precisie gaten geschoten in onze vermeende bron van eeuwige welvaart: de oude subsidieregels en het welwillend overleg met de zorgkantoren. Daar konden onze beschouwende mensen met een brede kijk op mens en samenleving nog wel scoren.
Helaas, die tijden zijn voorbij. De meest ingrijpende maatregelen die onze sectoren sterk zullen verarmen, worden thans genomen, terwijl onze bestuurders en toezichthouders zich soms gedragen als bij onze Albert Heijn op het Soendaplein in Haarlem: daar rijdt af en toe een treintje in de lucht rond om het kooplustige publiek en hun kinderen te amuseren. “Kijk, daar gaat weer zo’n ding. Weer zo’n maatregel van de overheid. ’k Zou maar niet te snel in actie komen, want morgen zijn er weer andere regels”, zo lijken wij soms te denken. We vervallen zo in een suffige slaap, en morgen worden we verschrikt wakker; overmorgen gaan we bijna failliet. Ja, en dan is Leiden in last. Dan komen er verzoeken om steun en handtekeningenacties. Net zoals toen vele jaren geleden de lagere school en de kleuterschool werden samengevoegd. We mochten protesteren en de boel proberen terug te draaien toen het beleid zich al volledig voltrokken had.
Niet alleen van de bestuurders (de directeuren) wordt een totaal andere houding verwacht, maar ook van de toezichthouders. Dat is niet meer het old-boys-network van de jaren zeventig, maar een groep van zeer deskundige en bij-de-tijdse mensen die elk op hun specifiek terrein als een spin in het web gereed moeten staan om de vlieg te vangen en in te spinnen, en het bestuur (de directie) bij de les te houden. In onze sector komt daarvan – zo is mijn oppervlakkige waarneming – nog ‘niks’ terecht. Want daarvoor zijn karaktereigenschapopen nodig die in onze sectoren niet erg welkom zijn. Niet alleen assertiviteit: het attent zijn, maar ook een vorm van agressiviteit.
Ieder mens is ook een agressief wezen met duw- en trekkracht. De strijd om het bestaan begint al in de moederschoot, waarin men een zo groot mogelijk deel van de koek probeert te verwerven, vooral als je daar met z’n tweeën of zelfs met z’n drieën bent. Eenmaal op aarde, gaat het erom deze agressiviteit niet te ontkennen of te verdoezelen, maar daaraan vorm te geven, zodat deze eigenschap op een voor de samenleving productieve wijze kan worden geëxploiteerd. Samenwerken betekent dan niet zo lief mogelijk voor elkaar zijn, maar elkaars trek- en duwkracht in goede banen kunnen leiden.
Raden van Bestuur en Raden van Toezicht moeten dus streng zijn, streng voor zichzelf en streng voor hun omgeving. Veel Raden van Toezicht weten niet dat zij, en niet het bestuur, de accountant moeten aanstellen, en dat deze accountant niet aan het bestuur maar aan de Raad van Toezicht verantwoording schuldig is. Raden van Toerzicht moeten indringender over de schouders van besturen meekijken, meer dan hun lief is. Het besturen op grote afstand wordt dan verleden tijd, maar anderzijds mag de toezichthouder nooit op de stoel van de bestuurder gaan zitten. Als de Raad van Toezicht en het Bestuur in dit spel niet mee kan, zijn deze niet meer van onze tijd, en de instelling dus ook niet.
Velen zullen zeggen dat agressief getinte gevoelens verkeerde eigenschappen zijn, die zeker niet passen in de Platonisch-Sofisch opgebouwde trap van bewustwording. Maar naast Plato hebben we ook nog Aristoteles’ Ethica, die de grondlegger is van onze kernkwaliteitenleer. Dit houdt in dat iedere eigenschap ‘goed’ kan zijn, mits ervan niet te veel of te weinig voorhanden is. De mens staat in het midden; hij moet zich ‘auseinander setzen’ met het kwade, en er zich dus mee verbinden, zonder eraan ondergeschikt te geraken. (Hierover ben ik een boekje aan het schrijven).
Dus, antroposofen, word wakker! Laten onze voormannen staan te trappelen van ongeduld om toe te slaan, zoals ik laatst iemand uit onze kring hoorde zeggen: “gaan voor die banaan!” Naar binnen: ophouden met dromen, en de handen uit de mouwen steken. Alle hens aan dek, want anders vergaat het schip! Naar buiten: geef de keizer wat des keizers is. Ik refereer hierbij aan een Bijbelverhaal, dat velen helaas niet meer kennen, waar Jezus de Christus in een gelijkenis (parabel) de schriftgeleerden de les gaf: Er is voor alle zaken een terrein; geef God wat aan God is, maar voldoe jij aan je aardse verplichtingen. Bij dat laatste hoort soms een portie duw- en trekkracht, gekanaliseerd en zelfs gesublimeerd: dus naar een hoger abstractieniveau getild, zoals in deze column.
Huib van den Doel
Labels:
Berichten DVV 11,
Column,
Management,
Raad van Toezicht,
Uitgave 11
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten