Column door Huib van den Doel
Bestuurders en toezichthouders van antroposofische instellingen zijn beste mensen. Ze zijn vaak contemplatief van aard, en bekijken dan alles in het macroperspectief van de eeuwigheid. Echter, de bommenwerpers vliegen over je heen, en er wordt af en toe met haarfijne technologisch uitgedokterde precisie gaten geschoten in onze vermeende bron van eeuwige welvaart: de oude subsidieregels en het welwillend overleg met de zorgkantoren. Daar konden onze beschouwende mensen met een brede kijk op mens en samenleving nog wel scoren.
Helaas, die tij


Ieder mens is ook een agressief wezen met duw- en trekkracht. De strijd om het bestaan begint al in de moederschoot, waarin men een zo groot mogelijk deel van de koek probeert te verwerven, vooral als je daar met z’n tweeën of zelfs met z’n drieën bent. Eenmaal op aarde, gaat het erom deze agressiviteit niet te ontkennen of te verdoezelen, maar daaraan vorm te geven, zodat deze eigenschap op een voor de samenleving productieve wijze kan worden geëxploiteerd. Samenwerken betekent dan niet zo lief mogelijk voor elkaar zijn, maar elkaars trek- en duwkracht in goede banen kunnen leiden.
Raden van Bestuur en Raden van Toezicht moeten dus streng zijn, streng voor zichzelf en streng voor hun omgeving. Veel Raden van Toezicht weten niet dat zij, en niet het bestuur, de accountant moeten aanstellen, en dat deze accountant niet aan het bestuur maar aan de Raad van Toezicht verantwoording schuldig is. Raden van Toerzicht moeten indringender over de schouders van besturen meekijken, meer dan hun lief is. Het besturen op grote afstand wordt dan verleden tijd, maar anderzijds mag de toezichthouder nooit op de stoel van de bestuurder gaan zitten. Als de Raad van Toezicht en het Bestuur in dit spel niet mee kan, zijn deze niet meer van onze tijd, en de instelling dus ook niet.
Velen zullen zeggen dat agressief getinte gevoelens verkeerde eigenschappen zijn, die zeker niet passen in de Platonisch-Sofisch opgebouwde trap van bewustwording. Maar naast Plato hebben we ook nog Aristoteles’ Ethica, die de grondlegger is van onze kernkwaliteitenleer. Dit houdt in dat iedere eigenschap ‘goed’ kan zijn, mits ervan niet te veel of te weinig voorhanden is. De mens staat in het midden; hij moet zich ‘auseinander setzen’ met het kwade, en er zich dus mee verbinden, zonder eraan ondergeschikt te geraken. (Hierover ben ik een boekje aan het schrijven).
Dus, antroposofen, word wakker! Laten onze voormannen staan te trappelen van ongeduld om toe te slaan, zoals ik laatst iemand uit onze kring hoorde zeggen: “gaan voor die banaan!” Naar binnen: ophouden met dromen, en de handen uit de mouwen steken. Alle hens aan dek, want anders vergaat het schip! Naar buiten: geef de keizer wat des keizers is. Ik refereer hierbij aan een Bijbelverhaal, dat velen helaas niet meer kennen, waar Jezus de Christus in een gelijkenis (parabel) de schriftgeleerden de les gaf: Er is voor alle zaken een terrein; geef God wat aan God is, maar voldoe jij aan je aardse verplichtingen. Bij dat laatste hoort soms een portie duw- en trekkracht, gekanaliseerd en zelfs gesublimeerd: dus naar een hoger abstractieniveau getild, zoals in deze column.
Huib van den Doel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten