Van de redactie:
In deze Uitgave o.a. een uitgebreider verslag op de Therapeuticadag op 18 april.
Datzelfde geldt voor de derde Ontmoeting op 15 mei rond de Bernard Lievegoed Leerstoel. Ook daarvan is een uitgebreid verslag gemaakt door onze redacteur Michel Gastkemper.
Tenslotte een eerste impressie van de PAG bijeenkomst over Maatschappelijke Zichtbaarheid op 26 mei j.l. Een inhoudelijke terugblik kunt u volgende keer tegemoet zien.
Zoals gebruikelijk ook in deze uitgave een nieuw overzicht van het Strategisch Nieuws van de afgelopen periode, gerubriceerd per sector. Zoals ook in de vorige afleveringen vermeld zijn niet alle formuleringen over het nieuws diepgaand overwogen. Eventuele tekortkomingen worden in een volgende aflevering gecorrigeerd. Wil u reageren dan kan dat via de reactiemogelijkheid onder elk kopje, of door gewoon een mailtje te sturen naar info@nvaz.nl.
Nog even een herinnering voor het 25 jarig bestaan van Urtica De Vijfsprong op 4 en 5 juni.
Voor de andere agendapunten verwijzen wij u graag naar de website van de NVAZ.
woensdag 27 mei 2009
Therapeuticadag 2009
Praktijkonderzoek optimaliseren samenwerking therapeutica
Verslag van de therapeuticadag op 18 april 2009
De therapeuticadag dit jaar vond plaats op 18 april in Zeist, in de Parcivalzaal van Zonnehuizen. Het was de tweede in een nieuwe reeks. Maar, zo rekende inleider Jos Dries voor, als er elk jaar één therapeuticum wordt voorgesteld, zijn we tot bijna de helft van deze eeuw bezig. Hij vertelde over therapeuticum De Wilg in Alkmaar, dat hij met patiënten en therapeuten in 1991 nieuw was gestart. Een middelgroot en heel stabiel therapeuticum met 1600 vaste patiënten en 1500 regiopatiënten (consultatief). Therapeuticum Egelantier in Bergen zit als het ware om de hoek, terwijl er nog twee in de regio zijn: Therapeuticum Artaban in Hoorn en Therapeuticum Raphaël in Zaandam. Samen bieden zij eerstelijnszorg aan alle patiënten in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal.
Jos Dries vertelde ook over zijn eigen drijfveren. Na zijn universitaire studie in Utrecht wilde hij vooral vanuit een inhoudelijke achtergrond gaan werken, geïntegreerd met antroposofie. Leidraad werd het boekje van Rudolf Steiner: ‘De opvoeding van het kind in het licht van de antroposofie’. Daarin wordt gesteld dat je daarbij niet alleen de vier wezensdelen zou moeten kennen, maar ook de drie hogere. Dat is een grote opgave.
Brede interactie met alle partijen
Bij het opbouwen van het therapeuticum trad Jos Dries in een brede interactie met vele partijen. Omgekeerd bleek er ook een brede belangstelling voor het initiatief. Hij vindt het van belang om je maatschappelijk niet te isoleren. Je hebt te maken met dezelfde problemen als in de reguliere zorg. In dit derde deel van zijn verhaal deelde hij de praktische inzichten die hij had opgedaan. Zo moet je niet alleen een kwalitatief jaarverslag maken, maar ook een praktijkplan. Daarmee kijk je vooruit, en plan je dingen die je later ook moet kunnen evalueren. Zijn eigen blik was tevens gericht op grotere verbanden. Op de ketenzorg die zich speciaal gaat richten op afzonderlijke zieke organen, waarbij er verschillende nieuwe ketens ontstaan. Niet meer de hele mens, maar afzonderlijke zorggroepen, met afzonderlijke financiën, afzonderlijke belangen en patiëntegroeperingen, enzovoorts. Daar moet je op bedacht zijn om er goed op in te kunnen spelen.
Jos Dries is samen met Jelle van der Schuit tevens vertegenwoordiger van de sector therapeutica in de NVAZ. Er blijken 22 therapeutica van de 35 lid van de NVAZ te zijn. Nog niet allemaal dus. Welke juridische vorm zou hier het beste bij passen? Twee landelijke vertegenwoordigers zijn te weinig, vond Jos Dries, minstens vijf zijn er nodig. Je zou Nederland moeten opdelen in regio’s. Is dit een gezamenlijke taak voor 2009, zo vroeg hij zich af. En welk therapeuticum presenteert zich de volgende keer?
Onderzoeksvoorstel voor therapeutica
De tweede hoofdmoot van de dag werd verzorgd door Erik Baars en Adriaan Bekman. Als lector antroposofische gezondheidszorg aan Hogeschool Leiden zag Erik Baars het belang van patiënttevredenheidsonderzoeken steeds groter worden. Uiteindelijk zouden die wel eens het voornaamste instrument kunnen zijn dat voor een objectieve beoordeling geëist wordt. Hij noemde hierbij de standaardlijst CQI: de consumer quality index. In antroposofisch ziekenhuis Havelhöhe is een eigen monitorinstrument ontwikkeld, dat vooral op veiligheid is gericht. Alle bijwerkingen bij antroposofische geneesmiddelen zijn hiervoor in kaart gebracht.
Tot de vragen die aan het lectoraat gesteld worden behoort ook die naar de organisatie van antroposofische gezondheidszorginstellingen, onder andere vanwege samenwerkingsproblematiek. Dat bracht hem ertoe contact op te nemen met Adriaan Bekman, tegenwoordig lector mens en organisatie aan de Stenden Hogeschool in Leeuwarden. Hij was vroeger onder meer voorzitter van de FAG, waar Erik Baars bestuurslid was.
Ze hebben samen een onderzoeksvoorstel geformuleerd en fondsen hiervoor benaderd. Die zeiden er unaniem ja tegen, zij vinden het heel belangrijk. Er is ook een veel breder belang dan alleen de gezondheidszorg. Maar het is niet vrijblijvend, men moet zich wel engageren en het zien als een eigen investering. Het is deel van hun ontwikkeling en vraagt daarom participatie. Daarom ook wordt een bijdrage gevraagd van 2500 euro per jaar. Er werd echter uitdrukkelijk bij gezegd dat fondsen bereid zijn dit indien nodig te vergoeden.
Horizontaal leiderschap ontwikkelen
Vervolgens vertelde Adriaan Bekman wat dit praktijkonderzoek inhoudt. Hij put hierbij uit 28 jaar leidinggegeven in het NPI, wat hij tot 2005 heeft gedaan. Daarna is hij een eigen adviesorganisatie begonnen, het IMO, een internationaal instituut met 72 leden. Ook zat hij twaalf jaar in het bestuur van Zonnehuizen, waarvan acht jaar als voorzitter. Het horizontaal leiderschap staat bij zijn lectoraat aan de Stenden Hogeschool centraal.
Als algemeen principe stelde Adriaan Bekman dat je niet alleen met jezelf bezig moet zijn. Ga naar buiten, was destijds ook zijn advies aan de FAG. Diegenen floreren, die de wereld ingaan. Want er komen vragen op en je straalt wat uit.
Een tweede principe dat hij in de praktijk had ervaren, was dat sociale vraagstukken niet natuurwetenschappelijk, sociologisch, te benaderen zijn. Maar net zo min geesteswetenschappelijk. Echter wel interactief, waarbij de ziel in dialoog treedt. Zonder dat gaat het niet. Deze benadering kent ook een eigen methodologie. Namelijk dat er in het sociale geen waarde is die objectief is. Die moet steeds worden geschapen. Rudolf Steiner zegt hierover dat deze waarden werken als een natuurwet als je ze schept. Binnen het NPI is hierover lang geworsteld. Maar het is Adriaan Bekman inmiddels duidelijk geworden dat een gezonde ontwikkeling van het sociaal organisme een ultieme schepping van de menselijke ziel is. Sociale processen spelen zich dialogisch af, waarbij ritme een realiteit is. In het sociale zijn er ook geen modellen.
Deze overwegingen brachten hem tot drie voorwaarden waaraan moet worden voldaan:
1. zijn onze processen op de klant gericht; dan pakken eventuele overheidseisen ook goed uit,
2. alles in dialoog, in vraag en aanbod; dit werkt echter ook omgekeerd: door de vraag ontstaat tevens inzicht bij jezelf,
3. biografisch passend, geënt op de eigen unieke individualiteit.
Dus een drieslag van proces, dialoog en biografie. In het kader van onderzoek noemt Bekman dit de methodologie van de evidentie. Het is ‘action research’ in het sociale: een scheppend proces/onderzoek.
Je moet er geen project van maken, heeft hij ontdekt, dan hebben mensen het alleen over anderen. Mensen moeten daarentegen de kans krijgen hun eigen verhaal over zichzelf te vertellen, dus concreet waar zij mee bezig zijn. Zulke verhalen laten de geest zien die er werkt, terwijl opvattingen alleen dat niet doen.
Vernieuwingsthema’s zo oud als het initiatief zelf
Na deze inleiding van Adriaan Bekman vertelde onderzoekster Jutta Hodapp over een praktijkonderzoek voor een pensioenverzekeraar in Kassel. Dat begon in 2006 bij een aantal vrijescholen die wilden onderzoeken hoe horizontaal leiderschap bij hen gestalte kon krijgen.
Het begon bij individuele gesprekken; bepaalde vraagstukken uit de praktijk kwamen vanzelf naar boven. Het ging meestal om werkprocessen of vernieuwingsthema’s die vaak zo oud waren als de school zelf. Hoe kon je aan ik-versterking doen? Door van elkaar te leren en processen voor leiderschap in te richten en hierbij eventueel het hele college te betrekken. Er bleek dan bijvoorbeeld dat er geen feedbackcultuur was, men sprak elkaar niet aan. Besprekingen werden als zeer vermoeiend en oninspirerend ervaren. Werkprocessen liepen niet door. Er heerste het dogma dat er geen leiding mocht zijn, maar in de praktijk was het omgekeerde het geval.
Uit de ideologische discussie was alleen te blijven door het proces goed te verzorgen. Zo’n ideologische discussie bracht alleen verdeeldheid, geen gemeenschappelijke nieuwe vormen. Maar door open te zijn en verantwoording af te leggen, kon er op horizontale wijze leiding worden gegeven aan het proces. Dit moest dan wel aansluiten bij de concrete vraag, en het hart van de zaak raken.
Commitment van twee jaar gevraagd
Voor zo’n onderzoek als dit is een commitment van twee jaar nodig. Het is geen traditioneel onderzoek, je komt bij je eigen ding. Wat is jouw stap, is de vraag, en dat heeft zijn werking. Ook dit onderzoeksproject begint bij individuele vragen vanuit de eigen biografie en gaat dan in dialoogvorm verder over bijzonderheden van het therapeuticum. Daarna wordt het breder getrokken, bijvoorbeeld door een jaarlijkse conferentie. Die uitkomsten kunnen worden gepubliceerd. Zo worden de resultaten weer landelijk teruggegeven en komen deze beschikbaar voor het hele veld.
Concreet betekent dit dat zo’n tien therapeutica mee zouden moeten doen met dit onderzoek. Vanuit de kenniskring van de beide lectoraten kunnen onderzoekers worden ingeschakeld, evenals studenten van de Stenden Hogeschool, onder begeleiding en supervisie van Erik Baars en Adriaan Bekman. Het moet leiden tot een verdere ontwikkeling van de eigen organisatie van de therapeutica, die aansluit bij de eigenheid van de antroposofische gezondheidszorg.
Bij de deelnemers ontstond veel enthousiasme voor dit aanbod. De onderzoekers vroegen om een snelle reactie vanuit de diverse therapeutica, zodat er binnen afzienbare tijd mee zou kunnen worden begonnen. Dat is in ieders belang; de tijd lijkt er rijp voor. Er is een samenvatting beschikbaar over het ‘Praktijkonderzoek optimaal organiseren van antroposofische gezondheidszorginstituten’.
Michel Gastkemper
Verslag van de therapeuticadag op 18 april 2009
De therapeuticadag dit jaar vond plaats op 18 april in Zeist, in de Parcivalzaal van Zonnehuizen. Het was de tweede in een nieuwe reeks. Maar, zo rekende inleider Jos Dries voor, als er elk jaar één therapeuticum wordt voorgesteld, zijn we tot bijna de helft van deze eeuw bezig. Hij vertelde over therapeuticum De Wilg in Alkmaar, dat hij met patiënten en therapeuten in 1991 nieuw was gestart. Een middelgroot en heel stabiel therapeuticum met 1600 vaste patiënten en 1500 regiopatiënten (consultatief). Therapeuticum Egelantier in Bergen zit als het ware om de hoek, terwijl er nog twee in de regio zijn: Therapeuticum Artaban in Hoorn en Therapeuticum Raphaël in Zaandam. Samen bieden zij eerstelijnszorg aan alle patiënten in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal.
Jos Dries vertelde ook over zijn eigen drijfveren. Na zijn universitaire studie in Utrecht wilde hij vooral vanuit een inhoudelijke achtergrond gaan werken, geïntegreerd met antroposofie. Leidraad werd het boekje van Rudolf Steiner: ‘De opvoeding van het kind in het licht van de antroposofie’. Daarin wordt gesteld dat je daarbij niet alleen de vier wezensdelen zou moeten kennen, maar ook de drie hogere. Dat is een grote opgave.
Brede interactie met alle partijen
Bij het opbouwen van het therapeuticum trad Jos Dries in een brede interactie met vele partijen. Omgekeerd bleek er ook een brede belangstelling voor het initiatief. Hij vindt het van belang om je maatschappelijk niet te isoleren. Je hebt te maken met dezelfde problemen als in de reguliere zorg. In dit derde deel van zijn verhaal deelde hij de praktische inzichten die hij had opgedaan. Zo moet je niet alleen een kwalitatief jaarverslag maken, maar ook een praktijkplan. Daarmee kijk je vooruit, en plan je dingen die je later ook moet kunnen evalueren. Zijn eigen blik was tevens gericht op grotere verbanden. Op de ketenzorg die zich speciaal gaat richten op afzonderlijke zieke organen, waarbij er verschillende nieuwe ketens ontstaan. Niet meer de hele mens, maar afzonderlijke zorggroepen, met afzonderlijke financiën, afzonderlijke belangen en patiëntegroeperingen, enzovoorts. Daar moet je op bedacht zijn om er goed op in te kunnen spelen.
Jos Dries is samen met Jelle van der Schuit tevens vertegenwoordiger van de sector therapeutica in de NVAZ. Er blijken 22 therapeutica van de 35 lid van de NVAZ te zijn. Nog niet allemaal dus. Welke juridische vorm zou hier het beste bij passen? Twee landelijke vertegenwoordigers zijn te weinig, vond Jos Dries, minstens vijf zijn er nodig. Je zou Nederland moeten opdelen in regio’s. Is dit een gezamenlijke taak voor 2009, zo vroeg hij zich af. En welk therapeuticum presenteert zich de volgende keer?
Onderzoeksvoorstel voor therapeutica
De tweede hoofdmoot van de dag werd verzorgd door Erik Baars en Adriaan Bekman. Als lector antroposofische gezondheidszorg aan Hogeschool Leiden zag Erik Baars het belang van patiënttevredenheidsonderzoeken steeds groter worden. Uiteindelijk zouden die wel eens het voornaamste instrument kunnen zijn dat voor een objectieve beoordeling geëist wordt. Hij noemde hierbij de standaardlijst CQI: de consumer quality index. In antroposofisch ziekenhuis Havelhöhe is een eigen monitorinstrument ontwikkeld, dat vooral op veiligheid is gericht. Alle bijwerkingen bij antroposofische geneesmiddelen zijn hiervoor in kaart gebracht.
Tot de vragen die aan het lectoraat gesteld worden behoort ook die naar de organisatie van antroposofische gezondheidszorginstellingen, onder andere vanwege samenwerkingsproblematiek. Dat bracht hem ertoe contact op te nemen met Adriaan Bekman, tegenwoordig lector mens en organisatie aan de Stenden Hogeschool in Leeuwarden. Hij was vroeger onder meer voorzitter van de FAG, waar Erik Baars bestuurslid was.
Ze hebben samen een onderzoeksvoorstel geformuleerd en fondsen hiervoor benaderd. Die zeiden er unaniem ja tegen, zij vinden het heel belangrijk. Er is ook een veel breder belang dan alleen de gezondheidszorg. Maar het is niet vrijblijvend, men moet zich wel engageren en het zien als een eigen investering. Het is deel van hun ontwikkeling en vraagt daarom participatie. Daarom ook wordt een bijdrage gevraagd van 2500 euro per jaar. Er werd echter uitdrukkelijk bij gezegd dat fondsen bereid zijn dit indien nodig te vergoeden.
Horizontaal leiderschap ontwikkelen
Vervolgens vertelde Adriaan Bekman wat dit praktijkonderzoek inhoudt. Hij put hierbij uit 28 jaar leidinggegeven in het NPI, wat hij tot 2005 heeft gedaan. Daarna is hij een eigen adviesorganisatie begonnen, het IMO, een internationaal instituut met 72 leden. Ook zat hij twaalf jaar in het bestuur van Zonnehuizen, waarvan acht jaar als voorzitter. Het horizontaal leiderschap staat bij zijn lectoraat aan de Stenden Hogeschool centraal.
Als algemeen principe stelde Adriaan Bekman dat je niet alleen met jezelf bezig moet zijn. Ga naar buiten, was destijds ook zijn advies aan de FAG. Diegenen floreren, die de wereld ingaan. Want er komen vragen op en je straalt wat uit.
Een tweede principe dat hij in de praktijk had ervaren, was dat sociale vraagstukken niet natuurwetenschappelijk, sociologisch, te benaderen zijn. Maar net zo min geesteswetenschappelijk. Echter wel interactief, waarbij de ziel in dialoog treedt. Zonder dat gaat het niet. Deze benadering kent ook een eigen methodologie. Namelijk dat er in het sociale geen waarde is die objectief is. Die moet steeds worden geschapen. Rudolf Steiner zegt hierover dat deze waarden werken als een natuurwet als je ze schept. Binnen het NPI is hierover lang geworsteld. Maar het is Adriaan Bekman inmiddels duidelijk geworden dat een gezonde ontwikkeling van het sociaal organisme een ultieme schepping van de menselijke ziel is. Sociale processen spelen zich dialogisch af, waarbij ritme een realiteit is. In het sociale zijn er ook geen modellen.
Deze overwegingen brachten hem tot drie voorwaarden waaraan moet worden voldaan:
1. zijn onze processen op de klant gericht; dan pakken eventuele overheidseisen ook goed uit,
2. alles in dialoog, in vraag en aanbod; dit werkt echter ook omgekeerd: door de vraag ontstaat tevens inzicht bij jezelf,
3. biografisch passend, geënt op de eigen unieke individualiteit.
Dus een drieslag van proces, dialoog en biografie. In het kader van onderzoek noemt Bekman dit de methodologie van de evidentie. Het is ‘action research’ in het sociale: een scheppend proces/onderzoek.
Je moet er geen project van maken, heeft hij ontdekt, dan hebben mensen het alleen over anderen. Mensen moeten daarentegen de kans krijgen hun eigen verhaal over zichzelf te vertellen, dus concreet waar zij mee bezig zijn. Zulke verhalen laten de geest zien die er werkt, terwijl opvattingen alleen dat niet doen.
Vernieuwingsthema’s zo oud als het initiatief zelf
Na deze inleiding van Adriaan Bekman vertelde onderzoekster Jutta Hodapp over een praktijkonderzoek voor een pensioenverzekeraar in Kassel. Dat begon in 2006 bij een aantal vrijescholen die wilden onderzoeken hoe horizontaal leiderschap bij hen gestalte kon krijgen.
Het begon bij individuele gesprekken; bepaalde vraagstukken uit de praktijk kwamen vanzelf naar boven. Het ging meestal om werkprocessen of vernieuwingsthema’s die vaak zo oud waren als de school zelf. Hoe kon je aan ik-versterking doen? Door van elkaar te leren en processen voor leiderschap in te richten en hierbij eventueel het hele college te betrekken. Er bleek dan bijvoorbeeld dat er geen feedbackcultuur was, men sprak elkaar niet aan. Besprekingen werden als zeer vermoeiend en oninspirerend ervaren. Werkprocessen liepen niet door. Er heerste het dogma dat er geen leiding mocht zijn, maar in de praktijk was het omgekeerde het geval.
Uit de ideologische discussie was alleen te blijven door het proces goed te verzorgen. Zo’n ideologische discussie bracht alleen verdeeldheid, geen gemeenschappelijke nieuwe vormen. Maar door open te zijn en verantwoording af te leggen, kon er op horizontale wijze leiding worden gegeven aan het proces. Dit moest dan wel aansluiten bij de concrete vraag, en het hart van de zaak raken.
Commitment van twee jaar gevraagd
Voor zo’n onderzoek als dit is een commitment van twee jaar nodig. Het is geen traditioneel onderzoek, je komt bij je eigen ding. Wat is jouw stap, is de vraag, en dat heeft zijn werking. Ook dit onderzoeksproject begint bij individuele vragen vanuit de eigen biografie en gaat dan in dialoogvorm verder over bijzonderheden van het therapeuticum. Daarna wordt het breder getrokken, bijvoorbeeld door een jaarlijkse conferentie. Die uitkomsten kunnen worden gepubliceerd. Zo worden de resultaten weer landelijk teruggegeven en komen deze beschikbaar voor het hele veld.
Concreet betekent dit dat zo’n tien therapeutica mee zouden moeten doen met dit onderzoek. Vanuit de kenniskring van de beide lectoraten kunnen onderzoekers worden ingeschakeld, evenals studenten van de Stenden Hogeschool, onder begeleiding en supervisie van Erik Baars en Adriaan Bekman. Het moet leiden tot een verdere ontwikkeling van de eigen organisatie van de therapeutica, die aansluit bij de eigenheid van de antroposofische gezondheidszorg.
Bij de deelnemers ontstond veel enthousiasme voor dit aanbod. De onderzoekers vroegen om een snelle reactie vanuit de diverse therapeutica, zodat er binnen afzienbare tijd mee zou kunnen worden begonnen. Dat is in ieders belang; de tijd lijkt er rijp voor. Er is een samenvatting beschikbaar over het ‘Praktijkonderzoek optimaal organiseren van antroposofische gezondheidszorginstituten’.
Michel Gastkemper
"De kracht van Ervaringskennis", derde Ontmoeting rond de Bernard Lievegoed Leerstoel
Verborgen bronnen binnen de zorg
Verslag derde ‘Ontmoeting rond de Bernard Lievegoed Leerstoel’
Zaal Toermalijn van Christophorus in Bosch en Duin zat op vrijdagmiddag 15 mei, ondanks de dreigende regen en slechte bereikbaarheid, goed vol. Deze veel beter dan de vorige keer bezochte derde bijeenkomst in het teken van ‘Ontmoetingen rond de Bernard Lievegoed leerstoel’ had als onderwerp ‘De kracht van ervaringskennis. De verborgen bron van zorg’.
Dagvoorzitter Pim Blomaard, wetenschappelijk medewerker van de Bernard Lievegoed leerstoel, had inleidend een andere bron van zorg op het oog. Namelijk de modernisering van de AWBZ waarbij de schotten tussen de diverse sectoren weg zijn gevallen. Hoe blijft de gehandicaptenzorg overeind tussen het geweld van psychiatrie, verslavingszorg, ouderenzorg, verpleeghuiszorg? Welke kennis en expertise heeft zij ontwikkeld waaruit haar eigenheid blijkt? Het specifieke van de gehandicaptenzorg is nog nauwelijks in kaart gebracht. Daarbij gaat het niet alleen om theoretische kennis, maar heel duidelijk ook om praktische: juist in de praktijk bewijst de gehandicaptenzorg haar waarde. Daarom deze ‘Ontmoeting rond de Bernard Lievegoed leerstoel’ over ‘De kracht van ervaringskennis’.
Stilzwijgende kennis in de euritmietherapie
In de uitnodiging werd van ‘stilzwijgende kennis (tacit knowledge), praktische wijsheid of intuïtief handelen’ gewag gemaakt. Aan euritmietherapeut Roel Munniks de taak om als eerste spreker te laten zien waar die verborgen bron dan zit en waaruit die bestaat. ‘Praktische intuïtie: hoe gebeurt dat in de praktijk?’ was de titel van zijn bijdrage.
Een lastige opgave, om in woorden te kleden wat zich in de beslotenheid van de therapeutische één-op-één situatie afspeelt. Bovendien vanuit een bij uitstek non-verbale therapie als euritmie – hoewel voor deze therapievorm ‘het woord’ cruciaal is. Uit zijn verhaal bleek dat wanneer je tegenover de ander staat, je juist met jezelf geconfronteerd wordt. De ander spreekt niet of heeft andere beperkingen zodat hij niet op voorhand met je mee beweegt, waardoor je alles uit jezelf moet halen. Maar wat moet je uit jezelf halen om die ander te helpen in zijn ontwikkeling? De moed kan je hierbij soms in de schoenen zinken.
Roel Munniks vertelde over een meisje dat hij in therapie kreeg. Het eerste wat hij voorafgaand deed was verschillende momenten op te zoeken om echt kennis met haar te kunnen maken. Dat viel niet mee, want ze liet duidelijk merken dat ze geen enkele zin had in bewegen. Daardoor liet hij zich echter niet uit het lood slaan. Hij stelde zich op haar in en vroeg zich af wat zij zou kunnen en waar zij mee geholpen zou zijn. Daarbij putte hij uit alles wat hij tot dan toe verworven had, uit opleiding, studie, besprekingen, voorstellingen. Maar nog altijd wist hij niet wat hij bij haar precies moest gaan doen. Hoe maak je je keuze? Je moet kunnen ‘lezen’ wie er voor je staat. En je moet je eigen wilskracht oproepen, om over je eigen grenzen heen te stappen, opdat je daar in alle bescheidenheid ook toe in staat bent. Tot een half uur voor het begin wist hij nog niet zeker hoe en wat hij zou doen. Terwijl hij zich op de situatie bezon, kreeg hij een inval. Een reeks van drie klanken. Zo zou het moeten. Nu was het zaak hier ook aan vast te houden en niet te gaan twijfelen dat het ook wel anders zou kunnen. Want dan had hij het moment laten lopen. En wat bleek? Wat hij helemaal niet verwachtte, gebeurde: ze deed meteen uit zichzelf mee en alles verliep die eerste keer bijzonder harmonieus. De eerste klap was een daalder waard. Het was zijn praktische intuïtie die hem dit had ingegeven.
Voorwaarden voor praktische intuïtie
Hoe komt dat nou, waar ligt dit aan? Roel Munniks had zich die vraag gesteld en was tot een aantal voorwaarden gekomen. Zoals dat je niet alleen op jezelf moet letten, maar ook op hoe andere mensen met haar omgaan. En de bereidheid hebben om je te laten corrigeren in je eigen opstelling en gedrag. Ook echt ontspannen zijn behoort ertoe. Er niet als gewoon mens tussen gaan staan, maar waarmaken wat in de situatie nodig is. Hoe spreek je? Je echt tot de ander richten, dat is de helft van het effect. Met de taal bereik je iets als je je met aandacht op de ander richt. Dan kun je ook ieder kind anders aanspreken. Daarnaast kan het ook misgaan, bijvoorbeeld wanneer je te veel vraagt van de ander. Het is innerlijk werken om uiterlijk tot iets te komen.
Na deze inkijk in het werk van een therapeut was Albert de Vries aan de beurt. Zijn thema was: ‘Intuïtief handelen: hoe leer je van je eigen successen?’ Als begeleider, consultant en docent in ervaringsleren benadrukte hij het belang om vasthoudend te zijn, ook bij het gevoel het niet te weten. Zoiets kan maanden duren, totdat je ten einde raad bent en er bij wijze van spreken een toestand optreedt van ‘god zegene de greep’. Er kan inderdaad een ingreep volgen die je niet had kunnen bedenken, maar die wel heel goed uitpakt. Wat je hierbij doet, is altijd een kwestie van een individuele aangelegenheid. Collectieve afspraken in teams zijn juist een hindernis. Het gaat erom mee te bewegen met de ander, te accepteren in wat hij wil zijn, in zijn mogelijkheden. Niet aansluiten bij de wens, de behoefte van de ander, maar bij zijn wilsrichting. Handelen vanuit verbondenheid en niet je voorstelling ertussen zetten.
Kennis in beelden en niet in diagnoses
Op deze manier blijk je in de praktijk al iets te kunnen; nu kun je nog hiervan leren. Je moet dus niet het denken afschaffen. Het gaat om ‘tacit knowledge’: stilzwijgende kennis. Deze kennis is in beelden en niet in diagnoses. In de handeling ga je beelden zien, je laat de handeling spreken. In de reflectie wordt het begrip ontwikkeld. Je moet aanvankelijk uithouden dat je het niet snapt. Dan kunnen zich nieuwe begrippen vormen.
Albert de Vries gaf het voorbeeld van een zwaar autistische vrouw die in een totaal lege kamer sliep. Zij vertoonde bijzonder storend gedrag. Nu is het de kunst om in dat storende gedrag ook een potentie te zien. Want die zit erin. En dan pas wordt er een andere benadering mogelijk. Dan laat je ruimte open om in processen te stappen die voordien niet mogelijk waren. Een van de nieuwe begrippen die door de medewerkers bij een begeleidingstraject gevonden waren, was ‘mediterend inkeren’. Dit bedenkend bracht nieuw handelen teweeg, ook in andere situaties die niet van tevoren besproken waren.
Hans Reinders was de derde spreker. Zijn bijdrage was oorspronkelijk aangekondigd als: ‘Tacit knowledge: hoe activeer je het onbekende?’ Maar dat hij ook nog steeds zoekende hierin was, bleek wel uit de titel die hij deze middag op het scherm toverde: ‘De betekenis van stilzwijgende kennis voor de zorgpraktijk’. Het was hem er in ieder geval om te doen praktische wijsheid beleidsmatig te kanaliseren. Kritiek is er nu wel genoeg uitgeoefend in zorgland, maar wat hebben we voor alternatief te bieden?
Het is duidelijk dat het probleem zit in de relatie tussen kennis en kwaliteit. De ‘evidence based care’ (EBC) zoekt naar objectief bewezen kwaliteit, met een grote rol voor standaardisering. Daarnaast wordt groot belang gehecht aan gecontroleerde omstandigheden, herhaalbaarheid, kennis moet vooral niet persoonsgebonden zijn en opgeslagen kunnen worden in kennisdragers, zoals boeken, artikelen, databases, instrumenten. Hier wordt kennis gereduceerd tot informatie. Maar er is een nieuw kennisbegrip nodig, waarbij bejegening en relaties centraal staan. Of nog sterker: waarbij de relatie de drager van kwaliteit is. Je hebt in zorgpraktijken overdraagbare en niet-overdraagbare kwaliteit. Het gaat niet alleen om te verantwoorden zorg, maar ook om goede zorg in de ruime betekenis van het woord. Alleen: hoe krijg je hier nu zicht op?
Culturele antropologie als hulpmiddel
Reinders was tot de slotsom gekomen dat de culturele antropologie bij deze vraag de beste papieren heeft. Die heeft hier de instrumenten voor ontwikkeld en is geoefend in kwalitatieve observaties. Dus leek het hem verstandig om de hulp van cultureel antropologen in te roepen. Er is al een uitgebreid onderzoeksproject op Orion geweest waarover een boek zal verschijnen. De gebruikte onderzoeksmethode wordt met een vervolgproject voortgezet binnen ’s Heerenloo.
De laatste spreker van de middag was Gerard Gerding, bestuurder van de Gemiva-SVG Groep. Hij hield een warm pleidooi voor betrokkenheid vanuit de bestuurlijke hoek. Hijzelf bleek daar het levend voorbeeld van te zijn. Dat sloot natuurlijk niet uit dat je ook bedrijfskundig en planmatig je zaken goed voor elkaar moet hebben. Maar daarnaast is meer nodig. Je moet jezelf inbrengen en open staan voor nieuwe ervaringen. Voor een bestuurder ligt dat vooral op het vlak van het sociale samenleven. De voorbeelden die hij noemde waren van een grote eenvoud en een sterk gevoel voor het normale in de verhoudingen tussen mensen. Niet afstandelijkheid, maar betrokkenheid maakt het verschil. En maakt dat mensen het gevoel hebben gezien te worden, dat hun werk ertoe doet.
Zo werd deze derde van de ‘Ontmoetingen rond de Bernard Lievegoed leerstoel’ een heel memorabele. Als je ook maar begint dit veld te betreden, heb je direct het gevoel tijd te kort te komen. Het is een heel nieuw terrein dat nog op ontginning wacht. Maar als er openheid voor is, worden er vast en zeker bijzondere nieuwe ontdekkingen gedaan.
Michel Gastkemper
Verslag derde ‘Ontmoeting rond de Bernard Lievegoed Leerstoel’
Zaal Toermalijn van Christophorus in Bosch en Duin zat op vrijdagmiddag 15 mei, ondanks de dreigende regen en slechte bereikbaarheid, goed vol. Deze veel beter dan de vorige keer bezochte derde bijeenkomst in het teken van ‘Ontmoetingen rond de Bernard Lievegoed leerstoel’ had als onderwerp ‘De kracht van ervaringskennis. De verborgen bron van zorg’.
Dagvoorzitter Pim Blomaard, wetenschappelijk medewerker van de Bernard Lievegoed leerstoel, had inleidend een andere bron van zorg op het oog. Namelijk de modernisering van de AWBZ waarbij de schotten tussen de diverse sectoren weg zijn gevallen. Hoe blijft de gehandicaptenzorg overeind tussen het geweld van psychiatrie, verslavingszorg, ouderenzorg, verpleeghuiszorg? Welke kennis en expertise heeft zij ontwikkeld waaruit haar eigenheid blijkt? Het specifieke van de gehandicaptenzorg is nog nauwelijks in kaart gebracht. Daarbij gaat het niet alleen om theoretische kennis, maar heel duidelijk ook om praktische: juist in de praktijk bewijst de gehandicaptenzorg haar waarde. Daarom deze ‘Ontmoeting rond de Bernard Lievegoed leerstoel’ over ‘De kracht van ervaringskennis’.
Stilzwijgende kennis in de euritmietherapie
In de uitnodiging werd van ‘stilzwijgende kennis (tacit knowledge), praktische wijsheid of intuïtief handelen’ gewag gemaakt. Aan euritmietherapeut Roel Munniks de taak om als eerste spreker te laten zien waar die verborgen bron dan zit en waaruit die bestaat. ‘Praktische intuïtie: hoe gebeurt dat in de praktijk?’ was de titel van zijn bijdrage.
Een lastige opgave, om in woorden te kleden wat zich in de beslotenheid van de therapeutische één-op-één situatie afspeelt. Bovendien vanuit een bij uitstek non-verbale therapie als euritmie – hoewel voor deze therapievorm ‘het woord’ cruciaal is. Uit zijn verhaal bleek dat wanneer je tegenover de ander staat, je juist met jezelf geconfronteerd wordt. De ander spreekt niet of heeft andere beperkingen zodat hij niet op voorhand met je mee beweegt, waardoor je alles uit jezelf moet halen. Maar wat moet je uit jezelf halen om die ander te helpen in zijn ontwikkeling? De moed kan je hierbij soms in de schoenen zinken.
Roel Munniks vertelde over een meisje dat hij in therapie kreeg. Het eerste wat hij voorafgaand deed was verschillende momenten op te zoeken om echt kennis met haar te kunnen maken. Dat viel niet mee, want ze liet duidelijk merken dat ze geen enkele zin had in bewegen. Daardoor liet hij zich echter niet uit het lood slaan. Hij stelde zich op haar in en vroeg zich af wat zij zou kunnen en waar zij mee geholpen zou zijn. Daarbij putte hij uit alles wat hij tot dan toe verworven had, uit opleiding, studie, besprekingen, voorstellingen. Maar nog altijd wist hij niet wat hij bij haar precies moest gaan doen. Hoe maak je je keuze? Je moet kunnen ‘lezen’ wie er voor je staat. En je moet je eigen wilskracht oproepen, om over je eigen grenzen heen te stappen, opdat je daar in alle bescheidenheid ook toe in staat bent. Tot een half uur voor het begin wist hij nog niet zeker hoe en wat hij zou doen. Terwijl hij zich op de situatie bezon, kreeg hij een inval. Een reeks van drie klanken. Zo zou het moeten. Nu was het zaak hier ook aan vast te houden en niet te gaan twijfelen dat het ook wel anders zou kunnen. Want dan had hij het moment laten lopen. En wat bleek? Wat hij helemaal niet verwachtte, gebeurde: ze deed meteen uit zichzelf mee en alles verliep die eerste keer bijzonder harmonieus. De eerste klap was een daalder waard. Het was zijn praktische intuïtie die hem dit had ingegeven.
Voorwaarden voor praktische intuïtie
Hoe komt dat nou, waar ligt dit aan? Roel Munniks had zich die vraag gesteld en was tot een aantal voorwaarden gekomen. Zoals dat je niet alleen op jezelf moet letten, maar ook op hoe andere mensen met haar omgaan. En de bereidheid hebben om je te laten corrigeren in je eigen opstelling en gedrag. Ook echt ontspannen zijn behoort ertoe. Er niet als gewoon mens tussen gaan staan, maar waarmaken wat in de situatie nodig is. Hoe spreek je? Je echt tot de ander richten, dat is de helft van het effect. Met de taal bereik je iets als je je met aandacht op de ander richt. Dan kun je ook ieder kind anders aanspreken. Daarnaast kan het ook misgaan, bijvoorbeeld wanneer je te veel vraagt van de ander. Het is innerlijk werken om uiterlijk tot iets te komen.
Na deze inkijk in het werk van een therapeut was Albert de Vries aan de beurt. Zijn thema was: ‘Intuïtief handelen: hoe leer je van je eigen successen?’ Als begeleider, consultant en docent in ervaringsleren benadrukte hij het belang om vasthoudend te zijn, ook bij het gevoel het niet te weten. Zoiets kan maanden duren, totdat je ten einde raad bent en er bij wijze van spreken een toestand optreedt van ‘god zegene de greep’. Er kan inderdaad een ingreep volgen die je niet had kunnen bedenken, maar die wel heel goed uitpakt. Wat je hierbij doet, is altijd een kwestie van een individuele aangelegenheid. Collectieve afspraken in teams zijn juist een hindernis. Het gaat erom mee te bewegen met de ander, te accepteren in wat hij wil zijn, in zijn mogelijkheden. Niet aansluiten bij de wens, de behoefte van de ander, maar bij zijn wilsrichting. Handelen vanuit verbondenheid en niet je voorstelling ertussen zetten.
Kennis in beelden en niet in diagnoses
Op deze manier blijk je in de praktijk al iets te kunnen; nu kun je nog hiervan leren. Je moet dus niet het denken afschaffen. Het gaat om ‘tacit knowledge’: stilzwijgende kennis. Deze kennis is in beelden en niet in diagnoses. In de handeling ga je beelden zien, je laat de handeling spreken. In de reflectie wordt het begrip ontwikkeld. Je moet aanvankelijk uithouden dat je het niet snapt. Dan kunnen zich nieuwe begrippen vormen.
Albert de Vries gaf het voorbeeld van een zwaar autistische vrouw die in een totaal lege kamer sliep. Zij vertoonde bijzonder storend gedrag. Nu is het de kunst om in dat storende gedrag ook een potentie te zien. Want die zit erin. En dan pas wordt er een andere benadering mogelijk. Dan laat je ruimte open om in processen te stappen die voordien niet mogelijk waren. Een van de nieuwe begrippen die door de medewerkers bij een begeleidingstraject gevonden waren, was ‘mediterend inkeren’. Dit bedenkend bracht nieuw handelen teweeg, ook in andere situaties die niet van tevoren besproken waren.
Hans Reinders was de derde spreker. Zijn bijdrage was oorspronkelijk aangekondigd als: ‘Tacit knowledge: hoe activeer je het onbekende?’ Maar dat hij ook nog steeds zoekende hierin was, bleek wel uit de titel die hij deze middag op het scherm toverde: ‘De betekenis van stilzwijgende kennis voor de zorgpraktijk’. Het was hem er in ieder geval om te doen praktische wijsheid beleidsmatig te kanaliseren. Kritiek is er nu wel genoeg uitgeoefend in zorgland, maar wat hebben we voor alternatief te bieden?
Het is duidelijk dat het probleem zit in de relatie tussen kennis en kwaliteit. De ‘evidence based care’ (EBC) zoekt naar objectief bewezen kwaliteit, met een grote rol voor standaardisering. Daarnaast wordt groot belang gehecht aan gecontroleerde omstandigheden, herhaalbaarheid, kennis moet vooral niet persoonsgebonden zijn en opgeslagen kunnen worden in kennisdragers, zoals boeken, artikelen, databases, instrumenten. Hier wordt kennis gereduceerd tot informatie. Maar er is een nieuw kennisbegrip nodig, waarbij bejegening en relaties centraal staan. Of nog sterker: waarbij de relatie de drager van kwaliteit is. Je hebt in zorgpraktijken overdraagbare en niet-overdraagbare kwaliteit. Het gaat niet alleen om te verantwoorden zorg, maar ook om goede zorg in de ruime betekenis van het woord. Alleen: hoe krijg je hier nu zicht op?
Culturele antropologie als hulpmiddel
Reinders was tot de slotsom gekomen dat de culturele antropologie bij deze vraag de beste papieren heeft. Die heeft hier de instrumenten voor ontwikkeld en is geoefend in kwalitatieve observaties. Dus leek het hem verstandig om de hulp van cultureel antropologen in te roepen. Er is al een uitgebreid onderzoeksproject op Orion geweest waarover een boek zal verschijnen. De gebruikte onderzoeksmethode wordt met een vervolgproject voortgezet binnen ’s Heerenloo.
De laatste spreker van de middag was Gerard Gerding, bestuurder van de Gemiva-SVG Groep. Hij hield een warm pleidooi voor betrokkenheid vanuit de bestuurlijke hoek. Hijzelf bleek daar het levend voorbeeld van te zijn. Dat sloot natuurlijk niet uit dat je ook bedrijfskundig en planmatig je zaken goed voor elkaar moet hebben. Maar daarnaast is meer nodig. Je moet jezelf inbrengen en open staan voor nieuwe ervaringen. Voor een bestuurder ligt dat vooral op het vlak van het sociale samenleven. De voorbeelden die hij noemde waren van een grote eenvoud en een sterk gevoel voor het normale in de verhoudingen tussen mensen. Niet afstandelijkheid, maar betrokkenheid maakt het verschil. En maakt dat mensen het gevoel hebben gezien te worden, dat hun werk ertoe doet.
Zo werd deze derde van de ‘Ontmoetingen rond de Bernard Lievegoed leerstoel’ een heel memorabele. Als je ook maar begint dit veld te betreden, heb je direct het gevoel tijd te kort te komen. Het is een heel nieuw terrein dat nog op ontginning wacht. Maar als er openheid voor is, worden er vast en zeker bijzondere nieuwe ontdekkingen gedaan.
Michel Gastkemper
PAG bijeenkomst "Maatschappelijke Zichtbaarheid"
Op 26 mei vond in Antropia een bijeenkomst plaats van het Platform Antroposofische Gezondheidszorg (PAG) over het thema "Maatschappelijk Zichtbaarheid". In het Platform is de afgelopen jaren regelmatig gesproken over het thema identiteit en over de vraag hoe wij ons profileren.Wat verwacht de cliënt/patiënt eigenlijk? Is de gemiddelde burger wel geïnteresseerd in de antroposofische gezondheidszorg of wil hij gewoon antwoord op de vraag: wat draagt bij aan de kwaliteit van mijn leven?
En welk antwoord hebben wij daarop dan. Hoe kunnen wij hem daarbij helpen?
In de geanimeerde bijeenkomst onder leiding van Truida de Raaf met ca. 30 deelnemers heeft Peter Staal, huisarts in Therapeuticum De Linde, iets verteld over zijn ervaringen. Peter is o.a. bekend geworden door het programma “Uitgedokterd”. Hij was als huisarts betrokken bij het oncologieteam van het Twee Steden Ziekenhuis te Tilburg.
Na een korte discussie met ook een inbreng van Annemieke Jansen vanuit patiëntenvereniging Antroposana en Dick Keijzer vanuit de opleiding Kunstzinnige Therapie aan de Hogeschool Leiden, was het de beurt aan Jeroen Lutters. Jeroen is voorzitter van het College van Bestuur van het Bernard Lievegoed College for Liberal Arts (voorheen Vrije Hogeschool) en is in het dagelijks leven werkzaam bij het Lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en Didactiek van de Hogeschool Utrecht.
Hij hield het gezelschap een prikkelende spiegel voor rondom de vraag: Wie is die patiënt eigenlijk en waar zit de patiënt/cliënt op te wachten?
Zijn pleidooi is: Blijf niet hangen in het verleden en verdiep je in wat de patiënt van morgen, onze kinderen, bezig houdt.
Een uitgebreider verslag vindt u in een volgende editie van de Digitale Verbreding, maar vers van de pers, hier alvast een paar indrukken.
Algemeen Nieuws
Onderzoek: Marktwerking leidt niet tot klantvriendelijker en persoonlijker imago
Omdat Nederlanders de deskundigheid en kwaliteit van zorg positief beoordelen krijgt de zorgsector in Nederland nog steeds een voldoende (6,5). Toch staat deze waardering van de zorg in de breedte onder druk en is van een patiëntvriendelijk imago geen sprake. Hoekstenen van de marktwerking, zoals klantgerichtheid en persoonlijke aandacht, scoren slecht, zo blijkt uit de Gezondheidszorgmonitor 2009 van Newcom Research & Consultancy.
Verplicht gebruik BSN in de zorg
Vanaf 1 juni 2009 zijn alle zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars verplicht te werken met het burgerservicenummer (BSN) volgens de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-z). De wet is sinds 1 juni 2008 van kracht.
Vanaf deze datum zijn zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars verplicht het BSN op te nemen in de administratie en te gebruiken bij gegevensuitwisseling over patiënten en cliënten. Dit is tevens een voorwaarde voor het invoeren van het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD).
Wijzigingen beleid buitenlandse zorgconsumptie
Het Europees Parlement heeft een richtlijn aangenomen om de toegang tot zorg in het buitenland te versoepelen. Van een volledige harmonisatie van de Europese gezondheidszorg is geen sprake; er blijven beperkingen voor de grensoverschrijdende zorgverlening.
De oorspronkelijke richtlijn van de Europese Commissie was zo ontworpen dat alle patiënten het recht zouden krijgen om in de 27 lidstaten van de Europese Unie de nodige zorg te ontvangen, dit tegen dezelfde voorwaarden als in hun eigen land. Het Parlement besloot anders. Volgens de gewijzigde richtlijn hebben patiënten wel het recht om te kiezen voor grensoverschrijdende zorg, maar kunnen de lidstaten een systeem bedenken om op voorhand toestemming te eisen.
Door de nieuwe EU-richtlijn kunnen patiënten, wanneer hun arts het daarmee eens is, zonder veel bureaucratische rompslomp in andere EU-lidstaten geholpen worden. Vooral zullen patiënten met een zeldzame ziekte hiervan kunnen profiteren.
Zwarte lijst voor artsen etc.
Er komt een zwarte lijst voor artsen en verpleegkundigen. Op een nog in te richten website kan dan iedereen zoeken naar specialisten, (huis)artsen of verpleegkundigen die geschorst zijn of hun beroep niet meer mogen uitoefenen.
Op de lijst van de website komen waarschijnlijk 100 à 200 namen van artsen die tijdelijk of voor altijd hun beroep niet meer mogen uitoefenen. De lijst wordt samengesteld op een moment dat onderzoek loopt naar de handelwijze van een chirurg in het Scheper Ziekenhuis in Emmen. Zes van zijn patiënten zijn overleden na een maagverkleiningsoperatie. Van vier van hen bestaat een „sterk vermoeden” dat hun overlijden verband houdt met de behandeling in dat ziekenhuis.
Stijging zorguitgaven in 2008 met ruim 6%!
De uitgaven aan zorg zijn vorig jaar met ruim zes procent gestegen naar 79 miljard euro. De inkomsten van zorgaanbieders stegen met bijna zeven procent tot 46,4 miljard euro. Aan welzijnszorg werd 5,7 procent meer uitgegeven, tot een totaalbedrag van 30,2 miljard euro. Uitgaven aan de zorg maakten vorig jaar 13,3 procent uit van het bruto binnenlands product(bbp) van Nederland. (In 2007: 13,1 procent.)
De uitgaven aan huisartsenpraktijken en paramedische en verloskundigenpraktijken zijn in 2008 met respectievelijk 1,5 en 4,4 procent gestegen.
De uitgaven aan gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg zijn in 2008 gestegen met respectievelijk 9,0 en 11,6 procent. Het cijfer over de geestelijke gezondheidszorg is door de invoering van een nieuwe financieringssystematiek met extra onzekerheden omgeven. Aan ouderenzorg is ruim 5 procent meer besteed.
Artsen lusten geen koekje van eigen deeg
Bijna eenderde van de artsen (31 procent) heeft via een bezwaarformulier protest aangetekend tegen het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). Zij willen hun eigen medische gegevens niet delen met andere hulpverleners.
Ze vinden dat het EPD „te vroeg” wordt ingevoerd en hebben nog „onvoldoende vertrouwen in de veiligheid” van een landelijk digitaal patiëntendossier. Zo bestaat de vrees dat de gegevens zullen worden gehackt, dat het beroepsgeheim niet veilig is en dat overheid en verzekeraars privacygevoelige informatie zullen gebruiken. Ook is volgens ondervraagde artsen „de correctheid en betrouwbaarheid van de patiëntgegevens onvoldoende gegarandeerd”.
Artsenorganisatie KNMG noemt de EPD-wet „prematuur” en heeft de Eerste Kamer gevraagd tegen de wet te stemmen. Het is de bedoeling dat de senaat nog voor de zomer over de wet een beslissing neemt.
Meeste Nederlanders zouden vertrouwen hebben in EPD
Bijna 70 procent van de Nederlanders zou vertrouwen hebben in de uitwisseling van medische gegevens via een elektronisch patiëntendossier (EPD). Een meerderheid van 85 procent denkt bovendien dat door de invoering van het landelijke EPD de kwaliteit van de medische zorg zal verbeteren, e.e.a. volgens de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) via een eigen onderzoek.
De Tweede Kamer heeft in februari ingestemd met de invoering van het EPD. De bedoeling is dat artsen en andere zorgverleners in het voorjaar van 2010 worden verplicht om zich aan te sluiten op het computersysteem waarmee ze informatie over patiënten en hun medicijngebruik kunnen uitwisselen. Het voorstel moet nog vóor het zomerreces worden goedgekeurd door de Eerste Kamer.
Werk in de zorg voor 5000 werklozen
ActiZ en ABVAKABO FNV gaan de komende twee jaar 5.000 werkloze jongeren opleiden voor een baan in de zorg bij een verpleeg-, verzorgingshuis, de thuiszorg of kraamzorg. Ook gaan de organisaties nog eens 1.000 mensen van bedreigd werk naar werk in de zorg begeleiden. Als een van de grootste arbeidssectoren willen ActiZ en ABVAKABO FNV zo een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid.
Regieraad Kwaliteit van Zorg geïnstalleerd
De Regieraad Kwaliteit van Zorg heeft onder andere als taak te zorgen voor meer structuur en aansturing in het ontwikkelen en implementeren van richtlijnen. De Raad maakt een knelpuntenanalyse en aan de hand daarvan biedt ze handvatten aan in de vorm van gestandaardiseerde procedures. Daarmee worden partijen gestimuleerd richtlijnen te ontwikkelen en gebruiken.
De regieraad zal in overleg met alle betrokken partijen concrete, prioritaire thema’s benoemen, waar de ontwikkeling en/of de implementatie van richtlijnen aandacht behoeft.
De Regieraad bestaat uit de volgende 7 leden: Pieter Vierhout, Chiel Bos, Olenka van Ardenne, Erik Buskens, Thea Poortenaar, Janneke van Vliet en Jos Werner.
Rechten en plichten bij hulpvraag Euthanasie
Het Humanistisch Verbond pleit voor meer rechten voor de hulpvragen bij euthanasie en meer plichten voor de artsen. Volgens de organisatie kan de hulpvrager geen kant op als een (verpleeghuis-) arts hulp weigert. Het Humanistisch Verbond roept de wetgever op om expliciet het patiëntenrecht op zelfbeschikking bij een waardig levenseinde op te nemen in de wet. 'Bij voldoende indicatie zou dit een afdwingbaar recht moeten zijn, met verschoningsrecht voor de individuele arts, die vervolgens wel voor een verwijzing moet zorgen. Bij blijvende weigering van hulpverlening zonder alternatief, moet een arts vervolgd kunnen worden wegens verwaarlozing van zijn medische plicht.’
(Tenminste) éenderde ziekten komt door levensstijl
Eenderde van de ziektegevallen in Nederland komt door een ongezonde levensstijl. Vooral roken, alcoholgebruik, ongezond eten en te weinig bewegen zorgen voor veel ziekten en verlagen het aantal jaren dat iemand in gezondheid leeft fors, e.e.a. volgens een rapport van de De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, de Onderwijsraad en de Raad voor het Openbaar Bestuur. Roken vormt 13 procent van het aantal levensjaren dat verloren gaat. Alcohol, te weinig bewegen en een verkeerd eetpatroon zorgen voor de rest van het genoemde verlies.
Vooral lagere inkomensgroepen leveren levensjaren in.
Kwart van alle artsen geen orgaandonor
Van alle artsen in Nederland heeft ruim een kwart geen donorcodicil. Ruim 70 procent van de huisartsen en medisch specialisten heeft er echter wel een.
Dat blijkt uit een onderzoek van het medisch vakblad Mednet onder duizend artsen. Van degenen die geen donor zijn, laat een derde de uiteindelijke keuze over aan de nabestaanden. „De overige niet-donoren noemen als reden: laksheid, twijfel aan de status van klinisch dood en negatieve ervaringen rond orgaandonatie en “ruziënde uitnameteams”, aldus het magazine.
Een klein deel van de artsen is geen donor uit onvrede met het beleid van de overheid. Ze zijn vooral negatief gestemd omdat het actief donorregistratiesysteem niet wordt ingevoerd. Met dat systeem is in principe iedereen donor, tenzij men laat registreren dat niet te willen zijn.
Omdat Nederlanders de deskundigheid en kwaliteit van zorg positief beoordelen krijgt de zorgsector in Nederland nog steeds een voldoende (6,5). Toch staat deze waardering van de zorg in de breedte onder druk en is van een patiëntvriendelijk imago geen sprake. Hoekstenen van de marktwerking, zoals klantgerichtheid en persoonlijke aandacht, scoren slecht, zo blijkt uit de Gezondheidszorgmonitor 2009 van Newcom Research & Consultancy.
Verplicht gebruik BSN in de zorg
Vanaf 1 juni 2009 zijn alle zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars verplicht te werken met het burgerservicenummer (BSN) volgens de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (Wbsn-z). De wet is sinds 1 juni 2008 van kracht.
Vanaf deze datum zijn zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars verplicht het BSN op te nemen in de administratie en te gebruiken bij gegevensuitwisseling over patiënten en cliënten. Dit is tevens een voorwaarde voor het invoeren van het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD).
Wijzigingen beleid buitenlandse zorgconsumptie
Het Europees Parlement heeft een richtlijn aangenomen om de toegang tot zorg in het buitenland te versoepelen. Van een volledige harmonisatie van de Europese gezondheidszorg is geen sprake; er blijven beperkingen voor de grensoverschrijdende zorgverlening.
De oorspronkelijke richtlijn van de Europese Commissie was zo ontworpen dat alle patiënten het recht zouden krijgen om in de 27 lidstaten van de Europese Unie de nodige zorg te ontvangen, dit tegen dezelfde voorwaarden als in hun eigen land. Het Parlement besloot anders. Volgens de gewijzigde richtlijn hebben patiënten wel het recht om te kiezen voor grensoverschrijdende zorg, maar kunnen de lidstaten een systeem bedenken om op voorhand toestemming te eisen.
Door de nieuwe EU-richtlijn kunnen patiënten, wanneer hun arts het daarmee eens is, zonder veel bureaucratische rompslomp in andere EU-lidstaten geholpen worden. Vooral zullen patiënten met een zeldzame ziekte hiervan kunnen profiteren.
Zwarte lijst voor artsen etc.
Er komt een zwarte lijst voor artsen en verpleegkundigen. Op een nog in te richten website kan dan iedereen zoeken naar specialisten, (huis)artsen of verpleegkundigen die geschorst zijn of hun beroep niet meer mogen uitoefenen.
Op de lijst van de website komen waarschijnlijk 100 à 200 namen van artsen die tijdelijk of voor altijd hun beroep niet meer mogen uitoefenen. De lijst wordt samengesteld op een moment dat onderzoek loopt naar de handelwijze van een chirurg in het Scheper Ziekenhuis in Emmen. Zes van zijn patiënten zijn overleden na een maagverkleiningsoperatie. Van vier van hen bestaat een „sterk vermoeden” dat hun overlijden verband houdt met de behandeling in dat ziekenhuis.
Stijging zorguitgaven in 2008 met ruim 6%!
De uitgaven aan zorg zijn vorig jaar met ruim zes procent gestegen naar 79 miljard euro. De inkomsten van zorgaanbieders stegen met bijna zeven procent tot 46,4 miljard euro. Aan welzijnszorg werd 5,7 procent meer uitgegeven, tot een totaalbedrag van 30,2 miljard euro. Uitgaven aan de zorg maakten vorig jaar 13,3 procent uit van het bruto binnenlands product(bbp) van Nederland. (In 2007: 13,1 procent.)
De uitgaven aan huisartsenpraktijken en paramedische en verloskundigenpraktijken zijn in 2008 met respectievelijk 1,5 en 4,4 procent gestegen.
De uitgaven aan gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg zijn in 2008 gestegen met respectievelijk 9,0 en 11,6 procent. Het cijfer over de geestelijke gezondheidszorg is door de invoering van een nieuwe financieringssystematiek met extra onzekerheden omgeven. Aan ouderenzorg is ruim 5 procent meer besteed.
Artsen lusten geen koekje van eigen deeg
Bijna eenderde van de artsen (31 procent) heeft via een bezwaarformulier protest aangetekend tegen het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). Zij willen hun eigen medische gegevens niet delen met andere hulpverleners.
Ze vinden dat het EPD „te vroeg” wordt ingevoerd en hebben nog „onvoldoende vertrouwen in de veiligheid” van een landelijk digitaal patiëntendossier. Zo bestaat de vrees dat de gegevens zullen worden gehackt, dat het beroepsgeheim niet veilig is en dat overheid en verzekeraars privacygevoelige informatie zullen gebruiken. Ook is volgens ondervraagde artsen „de correctheid en betrouwbaarheid van de patiëntgegevens onvoldoende gegarandeerd”.
Artsenorganisatie KNMG noemt de EPD-wet „prematuur” en heeft de Eerste Kamer gevraagd tegen de wet te stemmen. Het is de bedoeling dat de senaat nog voor de zomer over de wet een beslissing neemt.
Meeste Nederlanders zouden vertrouwen hebben in EPD
Bijna 70 procent van de Nederlanders zou vertrouwen hebben in de uitwisseling van medische gegevens via een elektronisch patiëntendossier (EPD). Een meerderheid van 85 procent denkt bovendien dat door de invoering van het landelijke EPD de kwaliteit van de medische zorg zal verbeteren, e.e.a. volgens de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) via een eigen onderzoek.
De Tweede Kamer heeft in februari ingestemd met de invoering van het EPD. De bedoeling is dat artsen en andere zorgverleners in het voorjaar van 2010 worden verplicht om zich aan te sluiten op het computersysteem waarmee ze informatie over patiënten en hun medicijngebruik kunnen uitwisselen. Het voorstel moet nog vóor het zomerreces worden goedgekeurd door de Eerste Kamer.
Werk in de zorg voor 5000 werklozen
ActiZ en ABVAKABO FNV gaan de komende twee jaar 5.000 werkloze jongeren opleiden voor een baan in de zorg bij een verpleeg-, verzorgingshuis, de thuiszorg of kraamzorg. Ook gaan de organisaties nog eens 1.000 mensen van bedreigd werk naar werk in de zorg begeleiden. Als een van de grootste arbeidssectoren willen ActiZ en ABVAKABO FNV zo een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid.
Regieraad Kwaliteit van Zorg geïnstalleerd
De Regieraad Kwaliteit van Zorg heeft onder andere als taak te zorgen voor meer structuur en aansturing in het ontwikkelen en implementeren van richtlijnen. De Raad maakt een knelpuntenanalyse en aan de hand daarvan biedt ze handvatten aan in de vorm van gestandaardiseerde procedures. Daarmee worden partijen gestimuleerd richtlijnen te ontwikkelen en gebruiken.
De regieraad zal in overleg met alle betrokken partijen concrete, prioritaire thema’s benoemen, waar de ontwikkeling en/of de implementatie van richtlijnen aandacht behoeft.
De Regieraad bestaat uit de volgende 7 leden: Pieter Vierhout, Chiel Bos, Olenka van Ardenne, Erik Buskens, Thea Poortenaar, Janneke van Vliet en Jos Werner.
Rechten en plichten bij hulpvraag Euthanasie
Het Humanistisch Verbond pleit voor meer rechten voor de hulpvragen bij euthanasie en meer plichten voor de artsen. Volgens de organisatie kan de hulpvrager geen kant op als een (verpleeghuis-) arts hulp weigert. Het Humanistisch Verbond roept de wetgever op om expliciet het patiëntenrecht op zelfbeschikking bij een waardig levenseinde op te nemen in de wet. 'Bij voldoende indicatie zou dit een afdwingbaar recht moeten zijn, met verschoningsrecht voor de individuele arts, die vervolgens wel voor een verwijzing moet zorgen. Bij blijvende weigering van hulpverlening zonder alternatief, moet een arts vervolgd kunnen worden wegens verwaarlozing van zijn medische plicht.’
(Tenminste) éenderde ziekten komt door levensstijl
Eenderde van de ziektegevallen in Nederland komt door een ongezonde levensstijl. Vooral roken, alcoholgebruik, ongezond eten en te weinig bewegen zorgen voor veel ziekten en verlagen het aantal jaren dat iemand in gezondheid leeft fors, e.e.a. volgens een rapport van de De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, de Onderwijsraad en de Raad voor het Openbaar Bestuur. Roken vormt 13 procent van het aantal levensjaren dat verloren gaat. Alcohol, te weinig bewegen en een verkeerd eetpatroon zorgen voor de rest van het genoemde verlies.
Vooral lagere inkomensgroepen leveren levensjaren in.
Kwart van alle artsen geen orgaandonor
Van alle artsen in Nederland heeft ruim een kwart geen donorcodicil. Ruim 70 procent van de huisartsen en medisch specialisten heeft er echter wel een.
Dat blijkt uit een onderzoek van het medisch vakblad Mednet onder duizend artsen. Van degenen die geen donor zijn, laat een derde de uiteindelijke keuze over aan de nabestaanden. „De overige niet-donoren noemen als reden: laksheid, twijfel aan de status van klinisch dood en negatieve ervaringen rond orgaandonatie en “ruziënde uitnameteams”, aldus het magazine.
Een klein deel van de artsen is geen donor uit onvrede met het beleid van de overheid. Ze zijn vooral negatief gestemd omdat het actief donorregistratiesysteem niet wordt ingevoerd. Met dat systeem is in principe iedereen donor, tenzij men laat registreren dat niet te willen zijn.
Antroposofische (en Complementaire) Zorg
Arta 33 jaar
Op maandag 11 maart is in ‘Antropia’ te Driebergen het feest gevierd van het 33-jarig bestaan van ARTA, met een symposium over verslavingszorg.
Indrukwekkend was het optreden van de behandelde cliënt (‘bewoner’) Abkader Chifri, die tevens de vloer aanveegde met het Nederlandse emancipatiebeleid jegens Marokkanen: ook voor de antroposofisch geïnspireerde onderwijsvernieuwer interessant.
Bestuurder Hanno Niemeijer bood het boek Arta, zingeving en verslaving aan, aan de hoogste baas van het Trimbos-instituut, die overigens, evenals het later optredende Ruud Rutten (Tactus), Arta een achterstand in de toepassing van moderne wetenschappelijke inzichten verweet.
De andere aanpak van Arta concentreert zich echter juist op het aangeraakt worden door geest op gevoelige biografische momenten, zoals samenvatter John van Schaik, de redacteur van het boek, helder en systematisch uit de doeken deed. Veel oud-medewerkers en cliënten waren aanwezig.
Slotervaart mag verder gaan met complementaire geneeskunde
Op vragen van kamerlid Van Gerven (SP), over het feit dat het Slotervaartziekenhuis complementaire behandelingen in het ziekenhuis aanbiedt, antwoordt de minister:
“De technieken en behandelingen die het Slotervaartziekenhuis toepast ter bestrijding van pijn, angst en stress, zijn aanvullend op reguliere behandelwijzen.
Verder wijst de minister op de verplichting van “informed consent”, zodat de patiënt te allen tijde toestemming moet geven.
Proces tegen Jomanda voor de familie een gruwel
Jomanda is om persoonlijke redenen niet verschenen bij het proces, wat de rechtbank in Amsterdam “onbevredigend” vond.
Het Openbaar Ministerie heeft twaalf maanden voorwaardelijke celstraf geëist tegen het 'genezend medium' Jomanda. Volgens het OM heeft Jomanda als zorgverlener actrice Sylvia Millecam volkomen op het verkeerde been gezet door haar te zeggen dat zij geen borstkanker had en is zij medeschuldig aan haar dood. Sylvia Millecam overleed in augustus 2001 aan borstkanker.
Het uitblijven van een reguliere behandeling heeft de gezondheid van Millecam ernstige schade toegebracht, aldus het OM, met de dood als gevolg. Jomanda, steeds de grote afwezige in de rechtszaal, is hier volgens justitie verantwoordelijk voor. Het OM ziet haar optreden als “mishandeling”.
Tegen twee alternatieve artsen eiste het OM acht en vier maanden voorwaardelijke celstraf. Zij worden niet verantwoordelijk gehouden voor Millecams dood. Het OM wil dat zowel Jomanda als de artsen voor een periode van twee jaar een beroepsverbod krijgen opgelegd.
Aantal zorgboerderijen blijft groeien
Het aantal zorgboerderijen blijft toenemen. Inmiddels telt Nederland er bijna duizend. Met een groei van 75 boerderijen in 1998 tot 944 vorig jaar hebben ze de afgelopen tien jaar een enorme vlucht genomen, liet de Verenigde Zorgboeren onlangs weten. Belangstellenden kunnen zaterdag 6 juni een kijkje achter de schermen van een zorgboerderij nemen. Ruim vierhonderd boeren stellen dan hun erf open voor het publiek.
Zorgboerderijen en hun cliënten hebben echter naar eigen zeggen zwaar te lijden onder de bezuinigingen van minstens 800 miljoen euro op volksverzekering AWBZ.
Doordat het kabinet gebruikers kort op hun vergoedingen, blijven die weg. Zorgboeren zien hun omzetten daardoor met 25 tot 30 procent teruglopen, volgens voorzitter Mieke van Dragt van de Verenigde Zorgboeren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid had al becijferd dat onder de afgeslankte AWBZ zo'n 60.000 mensen hun recht op begeleiding verliezen.
Medium brengt vereniging van Natuurgeneeskundig Therapeuten in opspraak
Zorgverzekeraar CZ heeft de Vereniging van Natuurgeneeskundig Therapeuten (VNT) om opheldering gevraagd over de nascholingscursussen door het spiritueel medium Gabriela Gaastra. Aanleiding zijn uitspraken van haar over de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn. Het medium beweert onder andere dat de aanslag kan worden gezien als een "collectief inwijdingsritueel''. Het drama is van ,,grote spirituele betekenis'' en kan bijdragen aan ,,het ontwaken van het Christusbewustzijn van het Nederlandse volk''. De slachtoffers hebben volgens haar ,,de rol van ridders'' gespeeld om de Koninklijke familie te redden. Een en ander zou haar zijn geopenbaard door Maria Magdalena, Jezus en Maria. Zij heeft dit bedoeld als ‘verklaring achteraf’, en veroordeelt de daad van Karst T. Niet alleen zijn die zorgverzekeraars, die therapieën van VNT-leden vergoeden, verbaasd, ook woordvoerders van de SNU (Sprirituele Nationale Unie) wezen de uitspraak af omdat karma ongevraagd wordt opgelegd. Een ander heeft ertoe geleid dat het bestuur van de VNT de nascholingscursus van Gaastra heeft afgeschaft, en de verleende accreditatie (nascholingspunten) voor haar cursus intrekt.
Op maandag 11 maart is in ‘Antropia’ te Driebergen het feest gevierd van het 33-jarig bestaan van ARTA, met een symposium over verslavingszorg.
Indrukwekkend was het optreden van de behandelde cliënt (‘bewoner’) Abkader Chifri, die tevens de vloer aanveegde met het Nederlandse emancipatiebeleid jegens Marokkanen: ook voor de antroposofisch geïnspireerde onderwijsvernieuwer interessant.
Bestuurder Hanno Niemeijer bood het boek Arta, zingeving en verslaving aan, aan de hoogste baas van het Trimbos-instituut, die overigens, evenals het later optredende Ruud Rutten (Tactus), Arta een achterstand in de toepassing van moderne wetenschappelijke inzichten verweet.
De andere aanpak van Arta concentreert zich echter juist op het aangeraakt worden door geest op gevoelige biografische momenten, zoals samenvatter John van Schaik, de redacteur van het boek, helder en systematisch uit de doeken deed. Veel oud-medewerkers en cliënten waren aanwezig.
Slotervaart mag verder gaan met complementaire geneeskunde
Op vragen van kamerlid Van Gerven (SP), over het feit dat het Slotervaartziekenhuis complementaire behandelingen in het ziekenhuis aanbiedt, antwoordt de minister:
“De technieken en behandelingen die het Slotervaartziekenhuis toepast ter bestrijding van pijn, angst en stress, zijn aanvullend op reguliere behandelwijzen.
Zolang deze complementaire behandelwijzen en technieken worden toegepast onder de voorwaarden die in antwoord 7 worden genoemd, zie ik geen probleem in het aanbieden van integrative medicine in het ziekenhuis.” En, antwoord 7: “Het oordeel van de Inspectie is dat het ziekenhuis, de artsen, de verpleegkundigen m.b.t. de medische zorg aan patiënten (diagnostiek, behandeling en verpleging) zich houden aan wat wetenschappelijk aanvaard is. Daar waar de wetenschappelijke onderbouwing nog ontbreekt, verrichten zij de werkzaamheden op grond van hun deskundigheid en binnen de kaders die daarvoor binnen de beroepsgroep zijn gegeven.”
Verder wijst de minister op de verplichting van “informed consent”, zodat de patiënt te allen tijde toestemming moet geven.
Proces tegen Jomanda voor de familie een gruwel
Op 11 mei is het proces geopend tegen Jomanda en twee alternatieve artsen die de overleden kankerpatiënte Sylvia Millecam verkeerd behandeld zouden hebben. De familie, de partner en vrienden van Millecam tonen zich ontzet over het megaproces, dat vijf dagen duurt.
Volgens Luc Benistant, de advocaat van Jomanda, verklaren zeker twintig getuigen dat Millecam een intelligente, belezen vrouw was die haar eigen keuzes maakte. Chemotherapie gevolgd door een operatie, dat was het behandelplan dat de reguliere artsen haar voorlegden nadat ze een knobbeltje in haar borst had ontdekt. ‘Maar dat was een pakket dat zij niet wenste’, aldus Benistant. ‘Ze zei: wat heb ik aan kwantiteit van leven als er geen kwaliteit is? ‘
Het was om die reden dat het Openbaar Ministerie aanvankelijk besloot het drietal niet voor de rechter te brengen. Millecam had immers zelfbeschikkingsrecht. De Vereniging tegen de Kwakzalverij, een oud-inspecteur en de stichting Skepsis dwongen bij het gerechtshof af dat justitie de drie alsnog moest vervolgen.
Het was om die reden dat het Openbaar Ministerie aanvankelijk besloot het drietal niet voor de rechter te brengen. Millecam had immers zelfbeschikkingsrecht. De Vereniging tegen de Kwakzalverij, een oud-inspecteur en de stichting Skepsis dwongen bij het gerechtshof af dat justitie de drie alsnog moest vervolgen.
Jomanda is om persoonlijke redenen niet verschenen bij het proces, wat de rechtbank in Amsterdam “onbevredigend” vond.
OM eist 12 maanden voorwaardelijk tegen Jomanda en “Berufsverbot”
Het Openbaar Ministerie heeft twaalf maanden voorwaardelijke celstraf geëist tegen het 'genezend medium' Jomanda. Volgens het OM heeft Jomanda als zorgverlener actrice Sylvia Millecam volkomen op het verkeerde been gezet door haar te zeggen dat zij geen borstkanker had en is zij medeschuldig aan haar dood. Sylvia Millecam overleed in augustus 2001 aan borstkanker.
Het uitblijven van een reguliere behandeling heeft de gezondheid van Millecam ernstige schade toegebracht, aldus het OM, met de dood als gevolg. Jomanda, steeds de grote afwezige in de rechtszaal, is hier volgens justitie verantwoordelijk voor. Het OM ziet haar optreden als “mishandeling”.
Tegen twee alternatieve artsen eiste het OM acht en vier maanden voorwaardelijke celstraf. Zij worden niet verantwoordelijk gehouden voor Millecams dood. Het OM wil dat zowel Jomanda als de artsen voor een periode van twee jaar een beroepsverbod krijgen opgelegd.
Aantal zorgboerderijen blijft groeien
Het aantal zorgboerderijen blijft toenemen. Inmiddels telt Nederland er bijna duizend. Met een groei van 75 boerderijen in 1998 tot 944 vorig jaar hebben ze de afgelopen tien jaar een enorme vlucht genomen, liet de Verenigde Zorgboeren onlangs weten. Belangstellenden kunnen zaterdag 6 juni een kijkje achter de schermen van een zorgboerderij nemen. Ruim vierhonderd boeren stellen dan hun erf open voor het publiek.
Zorgboerderijen en hun cliënten hebben echter naar eigen zeggen zwaar te lijden onder de bezuinigingen van minstens 800 miljoen euro op volksverzekering AWBZ.
Doordat het kabinet gebruikers kort op hun vergoedingen, blijven die weg. Zorgboeren zien hun omzetten daardoor met 25 tot 30 procent teruglopen, volgens voorzitter Mieke van Dragt van de Verenigde Zorgboeren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid had al becijferd dat onder de afgeslankte AWBZ zo'n 60.000 mensen hun recht op begeleiding verliezen.
Medium brengt vereniging van Natuurgeneeskundig Therapeuten in opspraak
Zorgverzekeraar CZ heeft de Vereniging van Natuurgeneeskundig Therapeuten (VNT) om opheldering gevraagd over de nascholingscursussen door het spiritueel medium Gabriela Gaastra. Aanleiding zijn uitspraken van haar over de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn. Het medium beweert onder andere dat de aanslag kan worden gezien als een "collectief inwijdingsritueel''. Het drama is van ,,grote spirituele betekenis'' en kan bijdragen aan ,,het ontwaken van het Christusbewustzijn van het Nederlandse volk''. De slachtoffers hebben volgens haar ,,de rol van ridders'' gespeeld om de Koninklijke familie te redden. Een en ander zou haar zijn geopenbaard door Maria Magdalena, Jezus en Maria. Zij heeft dit bedoeld als ‘verklaring achteraf’, en veroordeelt de daad van Karst T. Niet alleen zijn die zorgverzekeraars, die therapieën van VNT-leden vergoeden, verbaasd, ook woordvoerders van de SNU (Sprirituele Nationale Unie) wezen de uitspraak af omdat karma ongevraagd wordt opgelegd. Een ander heeft ertoe geleid dat het bestuur van de VNT de nascholingscursus van Gaastra heeft afgeschaft, en de verleende accreditatie (nascholingspunten) voor haar cursus intrekt.
GGZ
Klink laat gebruik isoleercel onderzoeken
Minister Klink: Onafhankelijk onderzoek moet duidelijk maken wat de omstandigheden zijn waaronder separaties in GGZ-instellingen plaatsvinden.
Een onafhankelijk onderzoeksinstituut gaat onderzoeken wanneer instellingen overgaan tot separatie en of ze dit melden aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Daarnaast wil Klink met het onderzoek inzicht krijgen in de aard, de duur en de omvang van dwangtoepassing.
De IGZ gaat alle GGZ-instellingen vragen een plan van aanpak op te stellen voor elke opnameafdeling, waarin concrete doelstellingen en verantwoordelijkheden in vastgelegd worden. Daarnaast houdt de IGZ toezicht op inspanningen van instellingen om dwangmaatregelen terug te dringen.
Prestatie-indicatoren GGZ verder in ontwikkeling
Om de kwaliteit van GGZ-zorg zichtbaar te maken, is drie jaar geleden gestart met het ontwikkelen van prestatie-indicatoren in de GGZ. Dick Kaasjager is voorzitter stuurgroep Zichtbare Zorg GGZ. Cliënten willen weten welke zorgaanbieder de beste zorg levert. Zorgaanbieders willen de kwaliteit van de zorg verbeteren. Zorgverzekeraars hebben gegevens over kwaliteit nodig om de beste zorg te kunnen inkopen voor verzekerden.
Op de website van Zichtbare Zorg (www.zichtbarezorg.nl/GGZ) kan men de publicatie 'Zien en gezien worden' en 'Inzicht in kwaliteit' (Prestatie-indicatoren voor ZGP'ers in de tweedelijns GGZ) downloaden.
Minister Klink: Onafhankelijk onderzoek moet duidelijk maken wat de omstandigheden zijn waaronder separaties in GGZ-instellingen plaatsvinden.
Een onafhankelijk onderzoeksinstituut gaat onderzoeken wanneer instellingen overgaan tot separatie en of ze dit melden aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Daarnaast wil Klink met het onderzoek inzicht krijgen in de aard, de duur en de omvang van dwangtoepassing.
De IGZ gaat alle GGZ-instellingen vragen een plan van aanpak op te stellen voor elke opnameafdeling, waarin concrete doelstellingen en verantwoordelijkheden in vastgelegd worden. Daarnaast houdt de IGZ toezicht op inspanningen van instellingen om dwangmaatregelen terug te dringen.
Prestatie-indicatoren GGZ verder in ontwikkeling
Om de kwaliteit van GGZ-zorg zichtbaar te maken, is drie jaar geleden gestart met het ontwikkelen van prestatie-indicatoren in de GGZ. Dick Kaasjager is voorzitter stuurgroep Zichtbare Zorg GGZ. Cliënten willen weten welke zorgaanbieder de beste zorg levert. Zorgaanbieders willen de kwaliteit van de zorg verbeteren. Zorgverzekeraars hebben gegevens over kwaliteit nodig om de beste zorg te kunnen inkopen voor verzekerden.
Op de website van Zichtbare Zorg (www.zichtbarezorg.nl/GGZ) kan men de publicatie 'Zien en gezien worden' en 'Inzicht in kwaliteit' (Prestatie-indicatoren voor ZGP'ers in de tweedelijns GGZ) downloaden.
Instellingen Algemeen
Aantal zorginstellingen met financieel tekort neemt toe
Het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) constateert in zijn jaarverslag dat ongeveer 1 op de 4 deelnemende zorginstellingen met verlies draaide in 2007. In 2006 was dit nog 1 op 5, en in het jaar daarvoor 1 op 10.
Deze trend baart het WFZ zorgen, aangezien het overheidsbeleid is gericht op een verdergaande verschuiving van risico's in de bekostiging naar zorginstellingen.
De financiering van nieuwbouwprojecten verloopt stroever dan voorheen. Dit wordt veroorzaakt door de toegenomen onzekerheden als gevolg van het overheidsbeleid. De kredietcrisis, waardoor kapitaal schaars is, heeft de veranderende opstelling van financiers versneld en versterkt. Het WFZ vreest dat het investeringsvolume in de komende jaren onder druk komt te staan als door de overheid niet een duidelijker toekomstperspectief wordt geboden. Het gaat hierbij vooral om de veranderingen in de waardering van onroerend goed, de noodzakelijke verkorting van de afschrijvingstermijnen, de hoogte van de toekomstige kapitaallastenvergoeding, en de uitwerking van 'vangnetten' voor probleemgevallen. Zonder deze duidelijkheid kunnen zorginstellingen moeilijk een goed investeringsplan opstellen en kunnen banken en WFZ deze plannen moeilijk beoordelen.
De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) is het garantie-instituut van en voor zorginstellingen. Het is opgericht in 1999. Het WFZ geeft garanties op leningen aan zorginstellingen. Voor deelnemende zorginstellingen levert het WFZ rentevoordeel op en continuïteit van de financiering.
Rapport VWS: Zorgmanagers hebben onvoldoende sturingsinformatie
De kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg staat op hoog niveau in Nederland maar moet toch blijven verbeteren. Hierbij moeten niet alleen de inspectiediensten een belangrijke rol spelen, maar ook zorgverzekeraars (via hun inkoop) en patiënten. En het management moet bereid zijn naar de eigen prestaties te kijken en die te vergelijken met die van andere instellingen.
Dit zijn enkele aanbevelingen die het ministerie van VWS doet naar aanleiding van een onderzoek naar de vijf maatschappelijke opgaven die de zorg in 2006 meegekregen heeft van het kabinet. In het rapport Maatschappelijke Opgaven Volksgezondheid en Gezondheidszorg worden de prioriteiten voor de vijf opgaven behandeld.
Een onbedoelde loonexplosie voor de specialist
Zo’n tweeduizend medisch specialisten incasseerden vorig jaar flink meer geld. VWS erkent het foutje in het declaratiestelsel: de correctiefactor was niet toegepast.
Daardoor verdienen enkele groepen, samen zo’n 2.000 artsen, sinds vorig jaar tientallen procenten meer dan in 2007, oplopend tot zelfs 200 procent. Het gemiddelde jaarinkomen van arts-microbiologen ging bijvoorbeeld van 225.000 naar 675.000 euro.
Minister Bos (Financiën, PvdA) schatte vorige maand dat de uitgaven voor specialisten ruwweg 400 miljoen euro te hoog waren opgelopen.
Sinds vorig jaar zijn specialisten verplicht alle uren die ze werken te registreren, anders worden ze niet meer betaald. Hoewel ze geen minuut langer werkten, explodeerde het aantal geregistreerde uren. Verzuimd was echter de compensatiefactor te schrappen, en daardoor stegen de inkomens van de vijf groepen specialisten enorm.
Hoogervorst, die als minister het systeem ingevoerd heeft, zag wel dat het nieuwe declaratiesysteem, gebaseerd op de zogeheten diagnosebehandelingcombinatie (dbc), rammelde. Maar tijd voor aanpassing ontbrak. „Dat zou jaren duren”, vertelt hij, „en dan dreigde uitstel van de liberalisering van het zorgstelsel.” En dat zou gezichtsverlies betekenen voor hem én het kabinet.
Uitvoeringsbesluit WTZi
Het bouwregime op grond van de wet WTZi is per AMVB d.d. 29-4-2009 grotendeels afgeschaft. Voor veel instellingen betekent dit dat zij geen ondersteuning meer krijgen voor de uitvoering van hun bouwplannen, maar deze zelf moeten financieren. Veel instellingen komen of zijn al in de moeilijkheden.
De afschrijvingstermijnen op nieuwe investeringen worden bovendien marktconform, zodat de kosten per jaar fors toenemen.
Topman: zorgreus Meavita onnodig bankroet
De overheid heeft Meavita, het op een na grootste Nederlandse zorgbedrijf, begin dit jaar moedwillig failliet laten gaan om de noodlijdende thuiszorg duidelijk te maken dat falende bedrijven niet op steun hoefden te rekenen, e.e.a. volgens de laatste bestuursvoorzitter van Meavita in NRC Handelsblad. „Er moest gewoon een voorbeeld worden gesteld”.
Het door fusies razendsnel gegroeide concern, met 100.000 cliënten en 20.000 medewerkers, verkeerde in de twee jaar van zijn bestaan financieel en organisatorisch in voortdurende chaos. Begonnen als fusie van kerngezonde zorgbedrijven was na anderhalf jaar het eigen vermogen verdampt en stapelden de verliezen zich op, met een miljoen euro per week.
De Tweede Kamer houdt op 5 en 19 juni hoorzittingen over het Meavita-fiasco. Het parlement wil achterhalen welke omstandigheden een rol hebben gespeeld en in hoeverre wet- en regelgeving het zorgbedrijf in problemen hebben gebracht.
Een ambtelijke crisisteam zorgde ervoor dat de stichtingen die de cliëntenzorg moesten voortzetten, werden opgericht door patiëntenfederatie NPCF.
Orbis redt het misschien, maar overwoog eigen faillissement
Het gigantisch modern ziekenhuis Orbis in Sittard probeert een doorstart te maken o.l.v. Cees Sterk.
De raad van toezicht en bestuurlijke top van Orbis hebben in september vorig jaar echter overwogen het zorgconcern zelf geregisseerd failliet te laten gaan. De optie tot een faillissement is meerdere keren aan de orde gekomen tijdens besprekingen over de voorwaarden die Fortis en ABN Amro stelden bij de onderhandelingen over het overbruggingskrediet van 180 miljoen euro. Bij de afweging is nadrukkelijk ook gekeken naar de gevolgen die een faillissement zou hebben voor de zorg.
Het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) constateert in zijn jaarverslag dat ongeveer 1 op de 4 deelnemende zorginstellingen met verlies draaide in 2007. In 2006 was dit nog 1 op 5, en in het jaar daarvoor 1 op 10.
Deze trend baart het WFZ zorgen, aangezien het overheidsbeleid is gericht op een verdergaande verschuiving van risico's in de bekostiging naar zorginstellingen.
De financiering van nieuwbouwprojecten verloopt stroever dan voorheen. Dit wordt veroorzaakt door de toegenomen onzekerheden als gevolg van het overheidsbeleid. De kredietcrisis, waardoor kapitaal schaars is, heeft de veranderende opstelling van financiers versneld en versterkt. Het WFZ vreest dat het investeringsvolume in de komende jaren onder druk komt te staan als door de overheid niet een duidelijker toekomstperspectief wordt geboden. Het gaat hierbij vooral om de veranderingen in de waardering van onroerend goed, de noodzakelijke verkorting van de afschrijvingstermijnen, de hoogte van de toekomstige kapitaallastenvergoeding, en de uitwerking van 'vangnetten' voor probleemgevallen. Zonder deze duidelijkheid kunnen zorginstellingen moeilijk een goed investeringsplan opstellen en kunnen banken en WFZ deze plannen moeilijk beoordelen.
De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) is het garantie-instituut van en voor zorginstellingen. Het is opgericht in 1999. Het WFZ geeft garanties op leningen aan zorginstellingen. Voor deelnemende zorginstellingen levert het WFZ rentevoordeel op en continuïteit van de financiering.
Rapport VWS: Zorgmanagers hebben onvoldoende sturingsinformatie
De kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg staat op hoog niveau in Nederland maar moet toch blijven verbeteren. Hierbij moeten niet alleen de inspectiediensten een belangrijke rol spelen, maar ook zorgverzekeraars (via hun inkoop) en patiënten. En het management moet bereid zijn naar de eigen prestaties te kijken en die te vergelijken met die van andere instellingen.
Dit zijn enkele aanbevelingen die het ministerie van VWS doet naar aanleiding van een onderzoek naar de vijf maatschappelijke opgaven die de zorg in 2006 meegekregen heeft van het kabinet. In het rapport Maatschappelijke Opgaven Volksgezondheid en Gezondheidszorg worden de prioriteiten voor de vijf opgaven behandeld.
Een onbedoelde loonexplosie voor de specialist
Zo’n tweeduizend medisch specialisten incasseerden vorig jaar flink meer geld. VWS erkent het foutje in het declaratiestelsel: de correctiefactor was niet toegepast.
Daardoor verdienen enkele groepen, samen zo’n 2.000 artsen, sinds vorig jaar tientallen procenten meer dan in 2007, oplopend tot zelfs 200 procent. Het gemiddelde jaarinkomen van arts-microbiologen ging bijvoorbeeld van 225.000 naar 675.000 euro.
Minister Bos (Financiën, PvdA) schatte vorige maand dat de uitgaven voor specialisten ruwweg 400 miljoen euro te hoog waren opgelopen.
Sinds vorig jaar zijn specialisten verplicht alle uren die ze werken te registreren, anders worden ze niet meer betaald. Hoewel ze geen minuut langer werkten, explodeerde het aantal geregistreerde uren. Verzuimd was echter de compensatiefactor te schrappen, en daardoor stegen de inkomens van de vijf groepen specialisten enorm.
Hoogervorst, die als minister het systeem ingevoerd heeft, zag wel dat het nieuwe declaratiesysteem, gebaseerd op de zogeheten diagnosebehandelingcombinatie (dbc), rammelde. Maar tijd voor aanpassing ontbrak. „Dat zou jaren duren”, vertelt hij, „en dan dreigde uitstel van de liberalisering van het zorgstelsel.” En dat zou gezichtsverlies betekenen voor hem én het kabinet.
Uitvoeringsbesluit WTZi
Het bouwregime op grond van de wet WTZi is per AMVB d.d. 29-4-2009 grotendeels afgeschaft. Voor veel instellingen betekent dit dat zij geen ondersteuning meer krijgen voor de uitvoering van hun bouwplannen, maar deze zelf moeten financieren. Veel instellingen komen of zijn al in de moeilijkheden.
De afschrijvingstermijnen op nieuwe investeringen worden bovendien marktconform, zodat de kosten per jaar fors toenemen.
Topman: zorgreus Meavita onnodig bankroet
De overheid heeft Meavita, het op een na grootste Nederlandse zorgbedrijf, begin dit jaar moedwillig failliet laten gaan om de noodlijdende thuiszorg duidelijk te maken dat falende bedrijven niet op steun hoefden te rekenen, e.e.a. volgens de laatste bestuursvoorzitter van Meavita in NRC Handelsblad. „Er moest gewoon een voorbeeld worden gesteld”.
Het door fusies razendsnel gegroeide concern, met 100.000 cliënten en 20.000 medewerkers, verkeerde in de twee jaar van zijn bestaan financieel en organisatorisch in voortdurende chaos. Begonnen als fusie van kerngezonde zorgbedrijven was na anderhalf jaar het eigen vermogen verdampt en stapelden de verliezen zich op, met een miljoen euro per week.
De Tweede Kamer houdt op 5 en 19 juni hoorzittingen over het Meavita-fiasco. Het parlement wil achterhalen welke omstandigheden een rol hebben gespeeld en in hoeverre wet- en regelgeving het zorgbedrijf in problemen hebben gebracht.
Een ambtelijke crisisteam zorgde ervoor dat de stichtingen die de cliëntenzorg moesten voortzetten, werden opgericht door patiëntenfederatie NPCF.
Orbis redt het misschien, maar overwoog eigen faillissement
Het gigantisch modern ziekenhuis Orbis in Sittard probeert een doorstart te maken o.l.v. Cees Sterk.
De raad van toezicht en bestuurlijke top van Orbis hebben in september vorig jaar echter overwogen het zorgconcern zelf geregisseerd failliet te laten gaan. De optie tot een faillissement is meerdere keren aan de orde gekomen tijdens besprekingen over de voorwaarden die Fortis en ABN Amro stelden bij de onderhandelingen over het overbruggingskrediet van 180 miljoen euro. Bij de afweging is nadrukkelijk ook gekeken naar de gevolgen die een faillissement zou hebben voor de zorg.
Labels:
Financiën,
Instellingen,
Management,
Meavita,
Orbis,
Specialisten,
WFZ,
WTZi
Eerstelijnszorg
Publieksinformatie pandemie bij Postbus 51
De website van Postbus 51 en het telefoonnummer 0800-1351 bieden actuele publieksinformatie over de Mexicaanse griep. De overheid wijst vandaag onder meer via een advertentie in de landelijke dagbladen op deze informatiebronnen.
Reacties op bezwaren EPD worden verstuurd
Verpleegkundigen willen dat het bijvoorbeeld mogelijk wordt dat patiënten direct naar hen toe komen, zonder eerst doorverwezen te worden via de huisarts. Ook willen ze direct voor hun werk betaald krijgen door de zorgverzekeraar. Nu gebeurt dat ook vaak via de huisarts.
De overheid wil huisartsen ontlasten door de medische begeleiding van chronische patiënten voor longziekten (COPD), diabetes, hart- en vaatziekten en hartfalen onder te brengen bij de gespecialiseerde verpleegkundigen. De organisatie van verpleegkundigen V&VN vindt dat prima, maar dan moet de overheid iets doen aan de positie van de verpleegkundigen. De organisatie onderhandelt hierover met de Nederlandse Zorgautoriteit.
De verpleegkundigen willen ook zelf programma's ontwikkelen om de gezondheid van hun patiënten te behouden of weer op peil te brengen. Ze willen de bevoegdheid krijgen om daarvoor zelf contracten af te sluiten met zorgverzekeraars.
De European Paediatric Influenza Analysis Group (EPIA) gaat in acht landen de voor- en nadelen van griepvaccinatie bij kinderen onderzoeken.
In de VS worden kinderen iedere winter gevaccineerd tegen griep, in Europa niet. Het vaccinatieprogramma in de VS breidt zich bovendien steeds verder uit. Oorspronkelijk werden kinderen van 6 maanden tot 2 jaar gevaccineerd, daarna kinderen tot 5 jaar en inmiddels tot 18 jaar. Europa is terughoudend met griepvaccinatie en de Europese praktijk gaat daardoor steeds verder uiteen lopen met die in de VS. In West-Europa heeft alleen Finland ook een speciaal vaccinatieprogramma voor kinderen. In Nederland vaccineren we wel risicogroepen en mensen van 60 plus.
Het NIVEL is gevraagd het project in Europa te trekken vanwege de ervaring met EISS (European Influenza Surveillance Scheme), waarin het jarenlang de griep volgde in Europa.
EU-Hof verbiedt internetapotheken zonder apotheker
De Nederlandse postorderapotheek DocMorris mag in Duitsland en Italië geen filialen meer opzetten. Het Europees Hof van Justitie heeft dinsdag 19 mei 2009 geoordeeld dat de Duitse en Italiaanse wetgeving terecht bepalen dat alleen apothekers een apotheek mogen exploiteren.
Reacties op bezwaren EPD worden verstuurd
Mensen die bezwaar hebben gemaakt tegen opneming van hun medische gegevens in het landelijk EPD (Elektronisch Patiënten Dossier) ontvangen hierover binnenkort een brief van het ‘Informatiepunt BSN (Burger Service Nummer) en landelijk EPD’.
Sommige bezwaren kunnen nog niet worden verwerkt vanwege ontbrekende gegevens of bijlagen (bijvoorbeeld een kopie van een identiteitdocument).
Sommige bezwaren kunnen nog niet worden verwerkt vanwege ontbrekende gegevens of bijlagen (bijvoorbeeld een kopie van een identiteitdocument).
Verpleegkundigen willen betere positie
Verpleegkundigen willen dat het bijvoorbeeld mogelijk wordt dat patiënten direct naar hen toe komen, zonder eerst doorverwezen te worden via de huisarts. Ook willen ze direct voor hun werk betaald krijgen door de zorgverzekeraar. Nu gebeurt dat ook vaak via de huisarts.
De overheid wil huisartsen ontlasten door de medische begeleiding van chronische patiënten voor longziekten (COPD), diabetes, hart- en vaatziekten en hartfalen onder te brengen bij de gespecialiseerde verpleegkundigen. De organisatie van verpleegkundigen V&VN vindt dat prima, maar dan moet de overheid iets doen aan de positie van de verpleegkundigen. De organisatie onderhandelt hierover met de Nederlandse Zorgautoriteit.
De verpleegkundigen willen ook zelf programma's ontwikkelen om de gezondheid van hun patiënten te behouden of weer op peil te brengen. Ze willen de bevoegdheid krijgen om daarvoor zelf contracten af te sluiten met zorgverzekeraars.
Volgens de verpleegkundigen passen hun plannen in het toekomstbeleid van de regering.
Vaccinatie van kinderen tegen griep op Europese schaal bekeken
Vaccinatie van kinderen tegen griep op Europese schaal bekeken
De European Paediatric Influenza Analysis Group (EPIA) gaat in acht landen de voor- en nadelen van griepvaccinatie bij kinderen onderzoeken.
In de VS worden kinderen iedere winter gevaccineerd tegen griep, in Europa niet. Het vaccinatieprogramma in de VS breidt zich bovendien steeds verder uit. Oorspronkelijk werden kinderen van 6 maanden tot 2 jaar gevaccineerd, daarna kinderen tot 5 jaar en inmiddels tot 18 jaar. Europa is terughoudend met griepvaccinatie en de Europese praktijk gaat daardoor steeds verder uiteen lopen met die in de VS. In West-Europa heeft alleen Finland ook een speciaal vaccinatieprogramma voor kinderen. In Nederland vaccineren we wel risicogroepen en mensen van 60 plus.
Het NIVEL is gevraagd het project in Europa te trekken vanwege de ervaring met EISS (European Influenza Surveillance Scheme), waarin het jarenlang de griep volgde in Europa.
EU-Hof verbiedt internetapotheken zonder apotheker
De Nederlandse postorderapotheek DocMorris mag in Duitsland en Italië geen filialen meer opzetten. Het Europees Hof van Justitie heeft dinsdag 19 mei 2009 geoordeeld dat de Duitse en Italiaanse wetgeving terecht bepalen dat alleen apothekers een apotheek mogen exploiteren.
Verpleeg- en verzorgingshuizen
Verzorgende Individuele Gezondheidszorg (VIG) binnen BIG
Volgens Staatssecretaris De Jager van Financiën valt het beroep van verzorgende individuele gezondheidszorg (VIG) onder de reikwijdte van de Wet BIG. Gelet hierop zijn ook de diensten van een zelfstandige VIG' er vrijgesteld van BTW voor zover het gaat om de gezondheidskundige verzorging van de mens.
Volgens Staatssecretaris De Jager van Financiën valt het beroep van verzorgende individuele gezondheidszorg (VIG) onder de reikwijdte van de Wet BIG. Gelet hierop zijn ook de diensten van een zelfstandige VIG' er vrijgesteld van BTW voor zover het gaat om de gezondheidskundige verzorging van de mens.
Abonneren op:
Posts (Atom)